Theorie

In dit kopje krijg je een herhaling van verschillende onderdelen binnen de wiskunde die je kunt gebruiken voor het maken van de opdracht.

 

Oppervlakte en omtrek rechthoek

De oppervlakte van een rechthoek bereken je met de volgende formules:

oppervlakte rechthoek = lengte x breedte

 

Voorbeeld:

Hierboven zie je een terras met de gegeven lengte en breedte.

Oppervlakte terras = 4 cm x 2.5 cm = 10 cm2

 

De omtrek van het terras is:

4 cm + 2.5 cm + 4 cm + 2.5 cm = 13 cm

 

TIP: let goed op de maten die je achter het antwoord zet.

 

Oppervlakte en omtrek cirkel

De omtrek van een cirkel bereken je met de formule:

omtrek cirkel = π x diameter

De oppervlakte van een cirkel bereken je met de formule:

oppervlakte cirkel = π x straal x straal

 

Voorbeeld:

Hierboven zie je een cirkel met gegeven diameter.

Diameter = 10 cm

Straal = 5 cm

 

Omtrek = π x diameter

Omtrek = π x 10 cm = 31.42 cm (afronden op 2 decimalen)

 

Oppervlakte = π x straal x straal

Oppervlakte = π x 5 cm x 5 cm = 78.54 cm2 (afronden op 2 decimalen)

 

TIP: let goed op het verschil tussen diameter en straal.

 

Inhoud balk

De inhoud van een balk bereken je met de formule:

Inhoud balk = lengte x breedte x hoogte

 

Voorbeeld:

Hierboven zie je een balk met gegeven maten.

Inhoud balk =12 cm x 5 cm x 6 cm = 360 cm3

 

TIP: let ook hier weer goed op de maten.

 

Omrekenen van maten