Taal, lichaamstaal, gewoonten, rituelen, opvattingen, waarden en normen zijn heel belangrijk als het om cultuur gaat. Mensen brengen zo informatie aan elkaar over.
Vragen/opdrachten bij deze paragraaf
Maak een collage met daarin minimaal 5 afbeelden van lichaamstaal, gewoonten, waarden etc van de Nederlandse cultuur en daarnaast dat van een andere, zelf gekozen, cultuur. Bijvoorbeeld een plaatje van mensen aan het kerstdiner of de mensen die naar de Moskee gaan. Je mag dus denken aan feesten, gebaren en rituelen. Maar ook kleding en voeding.
Bedenk 2 gezegdes die wij in Nederland gebruiken en probeer je in te beelden hoe iemand deze gezegdes opvat als hij deze niet kent. Schrijf de gezegdes op en ook hoe iemand deze zou opvatten. Je kan bijvoorbeeld denken aan de gezegde ‘die is niet op zijn achterhoofd gevallen’.
Lees het tintvlak over Lely in pargraaf 7.2. Welke cultuurbepaalde lichaamstaal herken je hier? Vind je dat Gerard goed reageert? Licht je antwoord toe.