Je gaat nu een knipperlicht maken. Zo krijg je een goede indruk van de werking van de verschillende onderdelen. Van je docent krijg je instructie over het werkstuk.
|
KNIPBLAD: Klik HIER!
1 Knipblad. Download hierboven en print.
1 Soldeerstation
1 Tin
1 Plankje
16 Punaises
2 Spijkers
2 weerstanden 56k
2 weerstyanden 180
2 transistoren BC548 NPN
2 LED rood
2 Elko 100 uF
Draad massieve kern
Dit schema wordt met een batterij van 4,5 V aangestuurd. Let op dat de NPN-transistor op de juiste polen zijn aangesloten. Anders kan het gebeuren dat er bouwelementen kapot gaan. Ook de diode (LED) heeft een poling en moet juist aangesloten worden.
De elektrische stroom stroomt altijd van de plus-pool naar de min-pool en neemt daarbij de weg van de minste weerstand (= technische stroomrichting)
De knipperlichtschakeling is een kiepschakeling. De schakeling springt tussen twee standen heen en weer. De kiepfrequentie is afhankelijk van de waarden van de bouwelementen C1 en C2 maar ook van R1 en R2.
Door het inschakelen van de spanning wordt eerst transistor T1 doorgeschakeld. Daardoor valt de stroom bij collector C van transistor T1 weg. Deze verandering wordt door condensator C1 gecompenseerd.
De condensator C1 draagt de spanningsverandering over aan de basis B van transistor T2. Daar- door wordt transistor T2 geblokkeerd (negatieve potentie). Nu wordt de condensator C1 via de weerstand R1 omgeladen. Wanneer de spanningswaarden groot genoeg zijn schakelt deze door.
Deze voortgang wordt steeds weer herhaald. Daardoor ontstaat het knipperen van de schake- ling.