Op een kaart zijn vaak verschillende kleuren gebruikt.
En op een kaart staan mogelijk verschillende symbolen en tekens.
Hoe weet je wat die verschillende kleuren, symbolen en tekens betekenen?
Daarvoor gebruik je een legenda.
Ga naar kaart 13 (Nederland - provincies).
Bekijk de legenda linksonder op de kaart.
Gebruik de legenda en de kaart om antwoord te geven op de volgende vragen:
Is het inwonersaantal van Rotterdam kleiner of groter dan 500.000?
Noem drie plaatsen met tussen de 10.000 en 50.000 inwoners.
Vlak onder de stad Groningen zie je een vliegtuigje.
Is daar een 'Vliegveld' of een 'Luchthaven'?
Je rijdt via de kortste route van Tilburg naar 's Hertogenbosch.
Rijd je over een 'Autosnelweg' of over een 'Hoofdverbindingsweg'?
Hoe kun je van Vlissingen naar Breskens?
Ga nu naar kaart 12 (Nederland - hoog en laag).
Beantwoord de volgende vragen:
Op de kaart is gewerkt met verschillende kleuren: van lichtblauw tot donkergeel.
Wat is de kleur van land beneden zeeniveau?
Op de kaart zie je langs de kust een gele strook.
Wat wordt met deze strook aangegeven?
In welke provincies vind je veel terpen en woerden (woonheuvels)?