Bij calamiteiten kan het van belang zijn om te weten waar bepaalde tanks zitten.
Bijvoorbeeld een brandstoftank koelen in geval van brand.
Dit kan middels afkortingen aangegeven worden.
Op de foto zien we de afscheiding tussen Ballast Water Tk 3 BB en Ballast Water Tk 4 BB.
Dit schip (De Fugro Zenith) heeft het allemaal wel heel uitgebreid.
Rechtsboven zie je 21S PW staan:
-Tk 21, Stuurboord Potable Water (drinkwater wordt ook wel Potable (drinkbaar) water genoemd.)
-Daaronder zie je de aanduiding van FR107, Frame (spant107).
-Gaan we over de waterlijn naar links zien we een gat met OUT1S.
Dat is de koelwateruitlaat van (hulp)motor 1 Stuurboord.
Dan gaan we verder naar links en zien boven FR98 211SVOID staan.
Daar zit een droge tank, een lege ("Void") ruimte die als buffer dient tussen twee tanks.
In dit geval tussen de drinkwatertank en een tank met blusschuim. (Niet wit geschilderd. maar dat hoeft ook niet omdat dat voor dit soort aanduidingen niet verplicht is.)
De offshore (waar dit schip onder valt) staat bol van de veiligheidsregels.
Daarom heeft dit schip werkelijk alles op de huid aangegeven.
Overdreven?
Nou, het is wel verdomd handig tijdens inspectie, reparaties of op de werf.
Markeringen voor tanks die je op (suppliers) tegen kunt komen zijn:
BW – Ballast Water
DW – Drill Water (zoet water voor booroperaties)
FW – Fresh Water (drinkwater/gebruik aan boord)
PW – Potable Water (drinkbaar water, soms gebruikt i.p.v. FW)
SW – Sea Water
FO – Fuel Oil (meestal zware stookolie)
DO – Diesel Oil (gasolie, MGO)
GO – Gas Oil (vergelijkbaar met DO, soms aparte aanduiding)
LO – Lubricating Oil (smeerolie)
HFO – Heavy Fuel Oil
MDO/MGO – Marine Diesel Oil / Marine Gas Oil
OBM – Oil Based Mud (boorspoeling op oliebasis)
WBM – Water Based Mud (boorspoeling op waterbasis)
Brine – pekelwater, gebruikt bij boren
Base Oil – basisolie voor mengen van boorspoeling
Methanol – voor boortoepassingen en reiniging
Slop – afvalwater, mengsels van olie/water/modder
Bilge – lenswater (machinekamer)
Sewage – afvalwater van sanitair