De oppervlakte van een balk , zijn alle zijkanten bijelkaar opgeletd. De zijkanten bestaan uit rechthoeken en /of vierkanten.
Een balk heeft 6 kanten.
Steeds zijn ze 2 aan 2 gelijk.
voorvlak en achtervlak
linkservlak en rechtervlak
ondervlak en bovenvlak
Het is eigenlijk een uitslag van een balk.
Al deze 6 vlakken reken je uit met lengte x breedte. De 6 antwoorden (3 verschillende) tel je bijelkaar op.
Zie voorbeeld:
3 x 5 = 15 cm2 voor grondvlak en bovenkant ABCD en EFGH
4 x 3 = 12 cm2 voor linker- en rechterkant AEHD en BCGF
5 x 4 = 20 cm2 voor voor- en achterkant DCGH en ABEF
Totaal dus 2x 15 = 30
2 x 12 = 24
2 x 20 = 40
30 + 24 + 40 = 94 cm2 Opperlakte van deze balk