Extra opdrachten

Kies één van de onderstaande opdrachten en werk deze uit. Als je klaar bent, laat je de door jouw uitgewerkte opdracht zien aan de docent. Nadat de docent de opdracht heeft gezien (en goedgekeurd) kies je een nieuwe uit.

 

Opdracht 1: Maak een PowerPoint presentatie (voor je klasgenoten) waarin je uitlegt wat de persoonsvorm, het onderwerp, het werkelijkwoordelijk gezegde en het lijdend voorwerp is. Laat aan de hand van voorbeelden zien dat je de stof goed begrijpt.

 

Opdracht 2: Bedenk zelf tien zinnen die allemaal een persoonsvorm, onderwerp, werkwoordelijk gezegde en lijdend voorwerp bevatten.

 

Opdracht 3: Maak een toets (voor je klasgenoten) over het benoemen van zinsdelen. Je kan hiervoor de teksten van deze site en de leerteksten uit je werkboek gebruiken.

 

Opdracht 4: Ga op zoek naar een artikel in de krant en/of tijdschriften en geef per zin aan wat de persoonsvorm, het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde en het lijdend voorwerp is.