Alkenen lijken op alkanen, met het verschil dat ze een dubbele binding hebben. Dit is belangrijk want een is dus op die plek een binding over, dus er kan daar een andere deeltje binden. Dit kan polymeriseren zijn, waarbij de alkenen aan elkaar vast komen te zitten en je hele lange ketens krijgt. (kunststof).
Ook kan het zijn dat er een chlooratoom op die plaats hecht. Dan heb je een additie reactie. (additie, want er is iets bijgekomenen).
Alkenen voldoen aan de formule CnH2n.
Bij de naamgeving zorg je altijd dat de dubbele binding in de hoofdketen zit en een zo laag mogelijke waarde heeft.
In de binding hieronder zie je 6 koolstofatomen. (op de hoekpunten zijn ze niet getekend). Als je gaat kijken naar de langste keten kun je er maar 5 in krijgen. Ook zie je een dubbele binding. Die moet er per se in. Als je gaat tellen, moet de dubbele binding een zo laag mogelijk getal hebben. We moeten hier dus van links naar rechts tellen. 5 koolstofatomen en een dubbele binding dus penteen. De dubbele binding zit op de 1e plaats. dus 1-penteen. Ook zit er nog een methylgroep op plaats 2, dus: 2-methyl-1-penteen.