Stap 6: Inenten en vaccins

Inenten
Bij inenting krijg je met een injectienaald een stof in de bloedbaan van je lichaam gespoten.
Bij het bestrijden van besmettelijke ziektes zijn er drie mogelijkheden:

Preventief:


Als men de ziekte al heeft:

De meeste mensen in Nederland zijn in hun kinderjaren tegen veel ziektes ingeënt.
Klik hier als je hierover meer wilt weten.

Actieve immunisatie
Door inenten met een verzwakte ziekteverwekker, wordt het afweersysteem geactiveerd.
Als je later opnieuw met de ziekteverwekker in aanraking komt, ben je beschermd tegen de ziekte.
Dit heet actieve immunisatie. De ingespoten vloeistof heet een vaccin.

Kinderen worden ingeënt tegen allerlei ziekten, zoals de bof, tetanus en rode hond.
Oudere mensen en mensen met een zwakke gezondheid krijgen een griepprik.
Een nieuwe ontwikkeling is de inenting tegen baarmoederhalskanker.
Deze vorm van kanker wordt veroorzaakt door een virus.

Vaccins en sera bij mensen
Vogelgriep, SARS, Mexicaanse griep: er duiken telkens nieuwe gevaarlijke ziektes op.
Daarom is men altijd op zoek naar nieuwe vaccins. Sommige virussen veranderen in de loop van de tijd echter sterk.
Een voorbeeld is het hiv-virus dat aids veroorzaakt. Tegen zo’n virus kun je niet vaccineren.

Als je naar een tropisch land op vakantie gaat, hoef je alleen tijdelijk beschermd te zijn tegen bepaalde ziektes. Je krijgt dan vaak een serum met antistoffen. Dit heet passieve immunisatie. Het immuunsysteem komt dan niet in actie.