Wat kan ik straks?

Aan het eind van het thema kun je:
- met behulp van voorbeelden duidelijk maken wat importeren en exporteren is.
- in eigen woorden uitleggen dat Nederland een open economie heeft en wat daarvan het belang voor Nederland is.
- minimaal vijf landen noemen die lid zijn van de Europese Unie en kun je twee voorbeelden noemen van terreinen waarop landen binnen de EU samenwerken.
- het begrip wisselkoers omschrijven en met behulp van de wisselkoers uitrekenen hoeveel dollar je krijgt voor een euro en omgekeerd.
- aangeven waar op de wereld de meeste ontwikkelingslanden liggen en kun je minimaal drie kenmerken van ontwikkelingslanden noemen.
- het verschil tussen noodhulp en structurele hulp duidelijk maken aan de hand van een voorbeeld.