geld
algemeen aanvaard betaalmiddel.
|
euro
gemeenschappelijke Europese munt.
|
behoeften
alles wat je nodig hebt of wilt hebben.
|
middelen
alles waarmee je in je behoeften kunt voorzien.
|
economie
gaat over kiezen. Economen bestuderen hoe wordt omgegaan met geld.
|
welvaart
de mate waarin je in je behoeften kunt voorzien.
|
inkomensverschillen
niet iedereen verdient evenveel.
|
inkomstenbronnen
manieren om een inkomen te verkrijgen.
|
inkomensoverdracht
inkomen waar je geen prestatie voor geleverd hebt.
|
inkomen in natura
inkomen dat in goederen of diensten is betaald.
|
koopkracht
de hoeveelheid producten die je kunt kopen.
|
gebonden koopkracht
je besteedt je geld aan goederen en diensten die je moet kopen.
|
vrije koopkracht
je besteedt je geld zoals je zelf wilt.
|
procent
één honderste deel. 1% = 0,01.
|