Begrippenlijst

Zintuig
Orgaan dat een verandering in de omgeving kan waarnemen en signalen doorgeeft aan delen van het zenuwstelsel (zenuwcellen).
Elektrische zintuigen
Zintuigen waarmee elektrische signalen uit de omgeving worden waargenomen. Op die manier weet een dier waar bijvoorbeeld zijn prooi zich bevindt. Een voorbeeld van een dier met elektrische zintuigen is de haai.
Magnetische zintuigen
Zintuigen die de magnetische velden van de aarde waarnemen en op die manier weten dieren waar ze zijn en waar ze naar toe moeten. Een voorbeeld van een dier met magnetische zintuigen is een duif.
Thermische zintuigen
Zintuigen die warmte waarnemen.Met deze zintuigen vinden sommige dieren hun prooi. Een voorbeeld van een dier met thermische zintuigen is een slang.
Monoculair zicht
Doordat de ogen aan de zijkant van het hoofd staan ziet het dier twee verschillende beelden. Elk oog ziet een ander beeld. Een voorbeeld van een dier met monoculair zicht is een paard.
Binoculair zicht
De beelden van de twee ogen overlappen elkaar. Daardoor kan je diepte zien. Het zicht van een mens is binoculair.

Bijziend
Beelden in de verte worden minder schep waargenomen dan beelden dichtbij.

Verziend
Beelden dichtbij worden minder scherp waargenomen dan beelden in de verte.