Begrippenlijst

De huid

Brandwond
Een brandwond is een beschadiging van de huid. Deze is veroorzaakt door de inwerking van warmte, electriciteit of een chemische stof.
Eerstegraads brandwond
De opperhuid is rood/roze en pijnlijk. Hij kan soms wat gezwollen zijn. Een eerstegraads brandwond is een droge wond. De huid is niet stuk.
Tweedegraads brandwond
De huid is rood en zeer pijnlijk. De wond is nat. Er zijn (kapotte) blaren zichtbaar. Een diepe tweedegraads brandwond gaat tot in de lederhuid.
Derdegraads brandwond
De huid is beschadigd tot in het onderhuids bindweefsel. De wond is wit, bruin of zwart. De huid is heel stug en doet nauwelijk pijn omdat de zenuwen zijn aangetast.
Mechanische bescherming/afweer
Eerste afweer door aanpassingen aan de buitenkant van het lichaam om ziekteverwekkers uit te schakelen of tegen te houden. Voorbeelden bij de mens: huid en slijm(vlies).
Hoornlaag
Bovenste laag van de opperhuid. Bestaat uit dode cellen.
Kiemlaag
Onderste laag van de opperhuid. Bestaat uit delende cellen.
Pigmentcellen
Pigment bestaat uit pigmentcellen die een kleurstof bevatten die de gevaarlijke UV-straling kunnen opnemen.
Zintuigcellen
Zintuigen bestaan uit zintuigcellen. In deze cellen worden prikkels omgezet in impulsen.
tastzintuig
Geeft informatie over de structuur van hetgeen je aanraakt.
Pijnzintuig
Waarschuwt je als je huid beschadigd dreigt te worden.
Drukzintuig
Geeft je informatie over de massa en/of breekbaarheid van hetgeen je aanraakt.
Koudezintuig
Geeft informatie over de kou van hetgeen je aanraakt.
Warmtezintuig
Geeft informatie over de warmte van hetgeen je aanraakt. 
Zweet
Uitscheidingsproduct dat een functie heeft bij het regelen van de temperatuur van het lichaam.
Voelen
Het waarnemen van aanraking, druk, warmte of kou (tastzintuig en drukzintuig, warmte- en koudezintuigen).
Afweersysteem
Alle reacties die een organisme heeft op het binnendringen van ziekteverwekkers en lichaamsvreemde stoffen.