Tiny, een vrouw van 76 jaar, opgegroeid in een warm ongecompliceerde gezinssituatie, samen met vier zussen. Na de lagere school is Tiny gaan werken op een naaiatelier. Ze wordt gezien als een gevoelige en intelligente vrouw. Ze las erg veel en loste graag kruiswoordpuzzels en woordraadsels op. Ze was thuis de sfeermaker en kon ad- rem reageren tijdens bijvoorbeeld familiefeestjes. Boos was ze bijna nooit, maar als ze ontstemd was kon je dat goed aan haar gezicht aflezen.
Aan het begin van het dementieproces, stonden de veranderingen aan haar gedrag op de voorgrond. Ze werd stiller, verloor haar interesse en nam minder initiatief. Ze deed steeds minder in het huishouden en haar echtgenoot nam, als vanzelfsprekend, allerlei taken over. Ze kreeg in die tijd een anti- depressievum. Dit verbeterde echter niets aan haar gedrag,
Daarna begon op te vallen dat ze steeds vaker niet wist waar ze was of welke dag het was. Haar man kon de zorg voor zijn vrouw vier jaargeleden niet langer dragen. Hij moest worden opgenomen in het ziekenhuis.
Omdat Tiny niet meer alleen kon wonen werd ze opgenomen in het verpleeghuis. Bij opname sprak Tiny nauwelijks meer en ze trok zich terug op haar kamer. Daar lag ze de hele dag op bed en liet zich steeds moeilijker verzorgen. Vaak probeerde Tiny weg te lopen en ontstond er een gespannen sfeer, Tiny werd dan agressief naar de verzorgende die haar hielp.
Voor het eten werd ze aanvankelijk uitgenodigd in de gezamenlijke woonkamer, dat was geen succes want ze liep steeds weg. Soms lukte het. Lukte het niet en vroeg de verzorging haar terug te komen werd Tiny meestal boos.
Maar ook op haar kamer eten, onder begeleiding, lukte niet goed, omdat ze dan ook kwaad werd en haar begeleidster kon gaan slaan en schoppen. Hierdoor dreigede ondervoeding.
Het team voelde steeds vaker aan dat ze Tiny dwongen iets te doen wat ze niet wilde. Extra moeilijk was dat Tiny helemaal niet meer sprak.
Tiny heeft een moeilijk te bepalen vorm van dementie. Hierdoor heeft zij moeite om zich te oriƫnteren in tijd en ruimte. Zij weet niet welke dag het is of wat er vandaag zal gebeuren. Ieder moment is een verrassing voor haar. Maar vooral heeft zij moeite met de executieve functies, zoals het starten en stoppen van handelingen.
In de loop der tijd werd het voor begeleiding steeds moeilijker om met Tiny om te gaan. Zij werd agressief en at niet meer, waardoor ondervoeding dreigde. Er was van alles geprobeerd. De begeleiding had de hoeveelheid prikkels verminderd, omdat men vermoedde dat overprikkeling de agressie verergerde. Het sociale contact werd verminderd, er werden medicamenteuze interventies uitgevoerd en Tiny kreeg een eenpersoonskamer. Ook is gevarieerd in de begeleidingsstijl: van wachten op eigen initiatief tot overname van alle ADL. Alle interventies hadden maar een beperkt resultaat.