Jan duwt met kracht F1 tegen een kast; Klaas met kracht F2.
Zie de figuur hiernaast. Omdat Klaas twee keer zo hard duwt wordt F2 door een twee keer zo lange pijl weergegeven.
Binnen een figuur met twee of meer krachten geldt in het algemeen dat de verhouding van de pijllengtes gelijk is aan de verhouding van de grootten van de bijbehorende krachten.