Vaste en losse katrollen

Benodigdheden; Statief met statiefklemmen, katrol met haakje, draad, set gewichten en krachtmeter 5N.

 

  1. Maak de opstelling met 1 katrol. Je gebruikt een gewicht van 200 gram. Het draad loopt over de katrol en dan weer naar beneden. Trek het gewicht met de krachtmeter omhoog.

    De krachtmeter geeft ………………… N aan.
     
  2. Maak de opstelling met twee katrollen. Je gebruikt een losse katrol. Trek het gewicht met de krachtmeter omhoog.

    De krachtmeter geeft ………………… N aan.
     
  3. Herhaal de bovenstaande metingen met andere gewichten. Vul de tabel in.

 

100 gram

200 gram

300 gram

Trekkracht bij één katrol.

N

N

N

Trekkracht bij één vaste en één losse katrol

N

N

N


Conclusie:

Met een vaste katrol verander je de ……………………………………. Van een kracht.

Met een losse katrol kun je de Gr…………………………. Van de kracht veranderen.