Meerdere krachten

Soms werken er op een voorwerp meerdere krachten tegelijk.

Als er twee krachten in dezelfde richting werken, mag je de krachten bij elkaar optellen.

Als er krachten in tegengestelde richting werken, mag je de krachten van elkaar aftrekken.

Meerdere krachten

Er werken vier krachten op een blok.

De totale kracht rechts is 180 N + 90 N = 270 N

De totale kracht links is 100 N + 150 N = 250 N

Het resultaat is dat de kracht rechts (270 N) groter is dan de kracht links (250 N) en het blokje zal dus naar rechts bewegen. De totale kracht is 270 N – 250 N = 20 N

 

De resulterende kracht (Fr) of ook wel de netto kracht genoemd ( Fn) is dus de kracht die overblijft. Is de resulterende kracht 0 N, dan blijft het voorwerp op zijn plaats liggen.

Voorbeeld

Iemand duwt tegen een kast. Zie de figuur hiernaast. De kracht van Iwan op de kast wordt in de figuur met een pijl weergegeven. De pijl begint bij het zogenaamde aangrijpingspunt van de kracht. Het aangrijpingspunt is de plaats waar de kracht op het voorwerp werkt en wordt vaak met een dikke stip getekend. De richting van de pijl geeft de

richting van de kracht aan. De letter F geeft aan dat de pijl een kracht voorstelt. F is een afkorting van “force” wat kracht betekent.