Glycemische Index

De glycemische index (GI) is een maat om aan te geven hoe snel koolhydraten in de darm worden verteerd en als glucose in het bloed worden opgenomen.  Koolhydraten die snel worden afgebroken tijdens de spijsvertering en hun glucose snel afgeven in de bloedbaan hebben een hoge glycemische index, terwijl koolhydraten die langzaam afbreken en hun glucose geleidelijk aan het bloed afgeven een lage glycemische index hebben.

Bij de bepaling van de glykemische index wordt het effect van 50g koolhydraten op de bloedsuikerspiegel, vergeleken met een reactie op 50g pure glucose (druivensuiker).

De glykemische lading (GL) meet in tegenstelling tot de glykemische index, het effect van de koolhydraten uit één portie van het voedingsmiddel op het bloedsuikergehalte. Om die reden zegt deze maat meer dan de glykemische index. Het aantal koolhydraten kan namelijk sterk verschillen per portie. Brood heeft bijvoorbeeld een hoge glykemische index (gemiddeld 75), maar als je kijkt naar de koolhydraten per portie is de glykemische lading juist laag. Eenzelfde hoeveelheid tafelsuiker als brood kan een vergelijkbare glykemische index hebben, terwijl de glycemische lading van tafelsuiker bijna tweemaal zo hoog is als van (wit)brood.

Uit onderzoek zijn geen overtuigende, bewezen verbanden gevonden tussen de GI en GL en de gezondheid op lange termijn. Er wordt wel veel onderzoek naar gedaan, met name op het gebied van diabetes. Een voeding met een lage glykemische lading komt neer op veel groente, fruit, peulvruchten, noten, zaden en volkoren graanproducten.

(www.wikipedia.nl)

Voor een overzicht van de glycemische index en de glycenische lading van de meest genuttigde voedingsmiddelen zie de onderstaande link navn het Diabetesfonds:

Praktisch advies ten aanzien van het gebruik van GI:

Bij dieet advies aan patienten met diabetes type 2  kan uitleg gegeven worden over de GI.Echter, uitleg en goede interpretatie van de GI is complex. Er zijn verschillende definities over laag-versus hoogglykemisch en de individuele glucoserespons verschilt bijvoorbeeld door de combinatie met andere
voedingsmiddelen. Het is bovendien moeilijk om de effecten van vezel te vergelijken met de effecten van voedingsmiddelen met een lage GI. Hoewel sommige studies verbeteringen laten zien bij een laagglykemisch voedingspatroon zijn deze bij andere studies niet gevonden.
 
( Zorgstandaarddiabetes)