De laatste uitdaging
Je hebt de module over het lezen van zakelijke teksten nu helemaal doorgenomen. Als het goed is snap je de theorie en heb je alle opgaven kunnen maken.
En nu ga jij jezelf testen of je het inderdaad wel zo goed snapt als je net dacht . . . Ik ben benieuwd of je de theorie kent en ook kunt toepassen. Klik snel door naar de volgende pagina!
Lees eerst onderstaande tekst nauwkeurig. Beantwoord daarna de vragen van de toets.
Schatten met een verhaal
(1) Het is een bijzondere beleving. Wie vanuit het Texelse dorp Oudeschild over de Waddenzee kijkt, ziet in eerste instantie alleen maar water. Maar ín dat water bevinden zich tientallen scheepswrakken die roerloos op de zeebodem liggen als stille getuigen van een ver verleden. Het gaat om schepen van zeventiende-eeuwse koopvaarders, die met hun handel op weg waren naar de Oost. Het zijn wrakken met daarin wijnflessen, koffiebonen of graan. Wie dat beseft, krijgt direct een ander gevoel bij die plek.
(2) In de Waddenzee en de Noordzee liggen duizenden scheepswrakken. Volgens een schatting van VN-cultuurorganisatie Unesco liggen er wereldwijd zelfs drie miljoen scheepswrakken op de zeebodems en er worden nog steeds nieuwe wrakken ontdekt. Gezonken schepen zijn mogelijke schatkamers, niet alleen van spullen, maar ook van kennis.
(3) De Nederlandse overheid heeft eeuwenlang niet omgekeken naar Nederlandse scheepswrakken. In de jaren tachtig van de vorige eeuw werd archeologisch onderzoek onder water belangrijker. Tot die tijd konden commerciële bergers meer dan eens schatten uit Nederlandse schepen opduiken, waarbij ze zelf het grootste deel van de opbrengst hielden. Toch staat een aantal van die vondsten nog tentoongesteld in Nederlandse musea.
(4) Nu staat de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) een grote klus te wachten. De dienst gaat alle scheepswrakken in Nederlandse wateren in kaart brengen. “Er is al wel wat over bekend uit oude archieven van de Verenigde Oost-Indische Compagnie, uit buitenlandse archieven en oude zeekaarten”, zegt Martijn Manders, archeoloog van de RCE, “maar dat moet allemaal worden gecombineerd en in computers worden opgeslagen. Het belangrijkste is nog: wat is de archeologische waarde van die wrakken? Welke wrakken kunnen veel gestelde vragen beantwoorden over onze geschiedenis op zee?”
(5) Schepen zijn heel belangrijk geweest voor de Nederlandse geschiedenis, benadrukt Manders. “Het waren technologische hoogstandjes. Zonder schepen geen handel, geen oorlog. Het schip was lange tijd het enige middel om met vracht verre afstanden te overbruggen. Scheepswrakken zeggen veel over hoe we dachten en handelden. Maar we weten eigenlijk heel weinig van de verhalen erachter.”
(6) Manders vindt het jammer dat er ‘kapers op de kust’ zijn, die uit zijn op financieel gewin. “Schatzoekers zien scheepswrakken vooral als middelen om er zelf rijker van te worden. Wetenschappers zoals wij werken juist andersom: wij bestuderen al die voorwerpen om nieuwe inzichten en verhalen te krijgen. Historische bronnen zoals geschreven verslagen en prenten kunnen daarbij helpen, maar die geven wel een persoonlijk gekleurd beeld.
(7) Zo had je in de zeventiende eeuw vader en zoon Van de Velde die schilderijen maakten van zeeslagen”, vertelt Manders. “Bij een zeeslag tussen de Engelsen en de Nederlanders voeren ze uit in hun boot en maakten ze vanaf het water de mooiste, meest gedetailleerde schetsen. Daar kon je veel informatie uit halen. Maar altijd waren het de Nederlandse schepen die de Engelse aan flarden schoten. Totdat de Engelse koning hun schilderkunst begon te waarderen en de Van de Veldes vroeg voor hem te komen werken. Sindsdien wonnen op het doek de Engelsen altijd.”
(8) Archeologen als Manders zouden het liefst willen dat scheepswrakken op de zeebodem blijven liggen. Schatzoekers willen de ‘buit’ juist naar boven halen. Manders: “Opgraven doen we alleen als het echt niet anders kan, bijvoorbeeld als het wrak in de weg ligt.” Maar onder water gaat het wrak toch verloren aan erosie? “De plek onder water is vaak juist gunstig voor het langdurig behoud”, zegt Manders. “Bovendien, sommige wrakken worden opengesteld voor het publiek, met bijvoorbeeld extra informatie op de zeebodem. Dan heb je een soort onderwatermuseum.”
naar een artikel van Dewi Gigengack, de Gelderlander, 25 februari 2012
Door na te denken over hoe je de opdrachten hebt gemaakt (wat ging goed, wat kon beter?), kom je te weten wat je al wel beheerst en wat je nog niet zo goed beheerst.
Hoe doe je dit? Probeer in gedachten aan iemand uit te leggen wat je moeilijk vindt of wat je helemaal niet begrijpt. En natuurlijk vertel je ook wat je al wel snapt. Je kunt ook onderstaande tabel gebruiken. Dit helpt je om de leerstof te verwerken, opdat je het beter onthoudt.
Bekend: wat wist je al van het onderwerp? |
Bewaard: wat heb je geleerd? | Benieuwd: wat wil je nog over het onderwerp weten? |
Vind je het lastig te zien wat nu signaalwoorden zijn? Bekijk dan 'Een overzicht' van stap 6 opnieuw en maak de opdrachten nog eens. Vraag ook eens een klasgenoot om het aan jou uit te leggen, dit helpt ook vaak om het nog beter te begrijpen.