Tekstdoel, tekstsoort, tekstvorm en publiek
Zoals je onder ‘Vooraf’ gezien hebt, vergelijken we een tekst met een ingepakt cadeau.
Degene die het cadeau geeft, doet dit met een doel. Hij wil de ontvanger feliciteren, belonen of verrassen.
De schrijver van een tekst heeft ook een doel. Hij wil bij de lezer iets bereiken. Dit noemen we het tekstdoel.
Je kent de vier tekstdoelen waarschijnlijk nog wel:
Natuurlijk wil de gever van het cadeau dat de jarige zich verrast voelt met het cadeau, want dan is zijn doel bereikt. Daarom moet hij weten wat de jarige leuk vindt. Dat geldt voor een schrijver ook. Als de schrijver zijn doel wil bereiken, moet hij weten wat zijn lezers interesseert. Anders gezegd: hij moet zijn publiek kennen. Hij moet letten op leeftijd, geslacht, interesses en op wat zijn lezer al weet. Een schrijver van kinderboeken schrijft anders dan een journalist van een krant.
Voor het cadeau kiest de gever een bepaald soort cadeau: iets creatiefs, iets lekkers of iets praktisch bijvoorbeeld. Ook een schrijver kiest een bepaalde soort tekst om zijn doel te bereiken. Dat noemen we de tekstsoort, bijvoorbeeld een informatieve tekst.
Als laatste kiest de gever van het cadeau een bepaalde vorm, de verpakking: bijvoorbeeld een doos met een rode strik. Ook een schrijver kiest een bepaalde vorm voor zijn tekst. Dat noemen we de tekstvorm.
Hieronder zie je enkele voorbeelden.
Tekstdoel |
Tekstsoort |
Tekstvorm (voorbeelden) |
informeren |
informatieve tekst |
|
overtuigen |
overtuigende of betogende tekst |
|
activeren/tot handelen aansporen |
activerende tekst |
|
amuseren |
amuserende tekst |
|