In deze module richten we ons op informatieve teksten, bijvoorbeeld een testverslag over een nieuw model scooter. Als je overweegt daaraan je spaargeld uit te geven, wil je misschien eerst weten of het een goede aankoop is. Als je daarvoor het testverslag gaat lezen, moet je de informatie natuurlijk wel kunnen vertrouwen.
Lang niet alles wat je leest op internet, in een krant of in een tijdschrift kun je zomaar vertrouwen. De volgende vragen helpen je om vast te stellen of de informatie betrouwbaar is:
Wat is het doel van de informatie?
Wil de schrijver alleen maar informatie geven, of is zijn doel reclame maken?
Hoe komt de schrijver aan zijn informatie? Anders gezegd: is zijn bron betrouwbaar?
Verwijst hij in de tekst naar een onderzoek of een enquĂȘte? Of naar een betrouwbare instelling zoals de Consumentenbond of het Voedingscentrum?
Wat kom je te weten over de schrijver?
Ken je de schrijver van andere teksten of geeft de tekst informatie over bijvoorbeeld zijn beroep of werk. Anders gezegd: is hij of degene die hij noemt deskundig?
Is de informatie voldoende actueel? Hoe ouder de tekst, hoe meer er inmiddels veranderd kan zijn. Als je wilt weten hoeveel asielzoekers er momenteel in Nederland zijn, geeft een tekst uit 2001 geen betrouwbare informatie meer.