Enzymen
Een enzym is een eiwit dat in staat is een bepaalde specifieke functie uit te voeren. Een van die taken is de omzetting van een molecuul naar een ander molecuul. De omzetting is zeer specifiek, het enzym kan maar 1 molecuul binden en omzetten.
Waarom worden deze taken door enzymen uitgevoerd? Veel reacties die in een cel plaatsvinden verlopen niet vanzelf. Een enzym katalyseert de reactie waardoor deze wel gaat verlopen. Katalyseren betekent dat een ander molecuul, in dit geval een enzym, gebruikt wordt in de reactie. Dit molecuul wordt de katalysator genoemd. De katalysator wordt dus gebruikt maar niet verbruikt.
Hoe katalyseert een enzym de reactie? Voordat een reactie kan verlopen moet er een drempel overschreden worden, de zogenaamde activeringsenergie. Dit is te zien in onderstaande grafiek. Een veel gebruikte methode, maar zeker niet de enige, is dat een enzym de activeringsenergie verlaagt waardoor een reactie makkelijker spontaan verloopt.
In de natuur gebruiken cellen enzymen om te overleven. Ze hebben verschillende functies uiteenlopend van vrijmaken van energie tot het delen van cellen. Niet alleen in de natuur zijn enzymen nuttig. Omdat enzymen heel specifiek bepaalde reacties uit kunnen voeren gebruiken wij ze industrieel. Bijvoorbeeld in wasmiddel of bij het brouwen van bier. Enzymen zijn handige moleculen, maar helaas zijn ze gevoelig voor verschillende omgevingsfactoren voor hun werking. In verschillende situaties zullen enzymen kapot gaan, dit wordt ook wel denatureren genoemd. Denaturatie kan plaatsvinden door chemicaliƫn, te hoge temperatuur of een te zure omgeving. Maar deze eigenschappen zijn voor elk enzym weer anders. Bijvoorbeeld: Bij een pH-waarde waar het ene enzym van denatureert zal het andere enzym een optimale werking hebben.