Les 3 Leefstijl en Gezondheid: Epidemiologie

Les 3 Epidemiologisch onderzoek

Dr. John Snow (1813 - 1858) is de Britse grondlegger van de huidige wetenschappen van de epidemiologie en de volksgezondheid. Snow ontdekte dat de cholera-epidemie van 1854 in Londen werd veroorzaakt door een besmet water uit de waterpomp op Broadstreet. De door dr. Snow gehanteerde technieken worden in de huidige epidemiologische studies nog steeds toegepast. Aan de Wageningen Universiteit is het universiteitsgebouw "John Snowhuis" naar hem genoemd. Hierin worden tegenwoordig buitenlandse studenten gehuisvest.

Onderzoek naar ziekte en gezondheid is lastig, omdat we vin­den, dat je met mensen niet vrijuit mag experimenteren. Wat daarin wel en niet mag, en vooral met welke mensen je mag experimen­teren daarover hebben de meningen in de loop van de tijd wel ver­schild. De epidemiologie heeft zich gespecialiseerd in onderzoek naar gezondheid en ziekte, zonder dat daar speciale ingrepen bij nodig zijn.

Resultaten van epidemiologisch onderzoek verschijnen regelma­tig in de krant en op tv en kunnen een behoorlijke invloed hebben op het beeld dat mensen opbouwen over de risico's die zij lopen en over de (on)gezondheid van hun levenswijze.

Het doel van dit onderdeel in deze les is daarom tweeledig:

- inzicht krijgen in de wijze waarop epidemiologisch onderzoek plaatsvindt en kennis nemen van een aantal centrale epidemilogische begrippen die in     onderzoekspublicatie regelmatig terugkeren. 

: een goed inzicht krijgen in de (on)moge­lijk­heden van zulk onderzoek en de conclusies, die eraan verbonden kunnen worden.

 

Epidemiologie is ontstaan vanuit de bestudering van infectie­ziekten (vandaar de naam), maar ook niet-besmettelijke ziek­ten, handicaps en ongevallen worden bestudeerd. Epidemiologie is: de leer der verspreiding van ziekten en de omstandigheden, die met de verspreiding verband houden. Epidemiologie beperkt zich tot onderzoek onder mensen, dierproeven maken er dus geen deel van uit. De resultaten kunnen gebruikt worden voor plan­ning, preventie en behandeling.

 

Bestudeer paragraaf 1.5 Epidemiologische gegevens en preventie uit hoofdstuk 1 Lekker Belangrijk.

Een mooie uitleg van wat een epidemioloog is

Veel gebruikte begrippen en omschrijvingen binnen de Epidemiologie

 

Twee veel voorkomende beschrijvingen van de epidemiologie zijn :

 

1. Leer van de verspreiding van ziekten en de omstandigheden die met de verspreiding te maken hebben

2. Medische wetenschap die de frequentie van ziekte bestudeert, gekoppeld aan groepen (dr. Vandenbroucke)

 

Binnen dit vakgebied bestaan er verschillende vormen:

 

1. beschrijvende epidemiologie: beschrijving, omvang, infoverzameling
 
2. verklarende epidemiologie (etiologische): verklarende oorzaken voor gezondheidsproblemen identificeren. 
 
3. diagnostische  epidemiologie : diagnose stellen, welke diagnostische tests kunnen het best een bepaald probleem in kaart brengen
 
4. prognostische  epidemiologie : vooruitzicht of prognose op een gezondheidsprobleem na het uitvoeren van bepaalde interventies
 
 

 

Opdracht 1.

Geef bij elk van de hierboven genoemde vormen van epidemiologie een praktisch voorbeeld. 

 

Opdracht 2. Bekijk de openbare videoles van Prof. Couthino, directeur RIVM over epidemiologie

- In het begin van de video geeft hij een verklaring voor de grooste gezondheidswinst die geboekt in het Amsterdam van de 19e eeuw. Wat overigens kenmerkend was voor vele Europese steden in die tijd. Welke?

- Rond de 40e minuut van de video geeft Couthino aan door welke oorzaak Ebola is onstaan in 2014 en op welke dit verspreid is. Licht dit toe. 

 

 

 

 

Welke maten en begrippen worden gehanteerd?

 
Ten aanzien van het voorkomen van ziekten / aandoeningen kom je vaak de onderstaande begrippen tegen:
 
Incidentie: hieronder wordt verstaan het aantal nieuwe gevallen van een gezondheidsprobleem in een tijdvak

Bijvoorbeeld:  borstkanker 

 
 
Prevalentie: hieronder wordt verstaan het aantal personen dat een gezondheidsprobleem heeft op een bepaald tijdstip

 

Bijvoorbeeld: dementie 2014 boven 65 = 3.5%

Bijvoorbeeld: het aantal HIV seropositive homoseksuele mannen wordt 2014 geschat op schat 30%

 

 

 

 

Wanneer personen komen te overlijden door een ziekte of aandoeningen gebruikt de epidemiologie de volgende begrippen:

 

Mortaliteit: sterftegevallen van een risicogroep over een bepaalde periode. Een voorbeeld is hierbij het aantal homoseksuele mannen dat in het tijdvak 2014-2015 is overleden ten gevolg van Aids.  

 

Lethaliteit: sterftegevallen met betrekking tot het aantal personen dat de aandoening heeft over een bepaalde periode. Bijvoorbeeld het aantal personen dat ten gevolgde van Aids is komen te overlijden in 2013.

 

Proportionele sterfte: aantal sterftegevallen door toe doen van een ziekte t.o.v. alle mensen die in die periode aan een ziekte / aandoening  overlijden
 

Bijvoorbeeld aan Aids stierven in 2012 550 personen In 2012 stierven in totaliteit 105.000 personen door een ziekte/ aandoening. Je kunt dit dan uitdrukken met het getal = 0.6%.

 

In de epidemiologie wordt ook vaak gebruik gemaakt van zgn. risicomaten. M.a.w. de kans of het risico dat je een aandoening/ziekte krijgt. De belangrijkste daarbinnen is het zg. relatieve risico:

het getal dat aangeeft hoeveel malen groter de kans op een aandoening is. De zgn. geexposeerde (lees: blootgestelde) groep rokers welke longkanker krijgt, kunnen we uitdrukken met het verhoudingsgetal: 10/10.000 per jaar. De niet geexposeerde groep ( niet rokers) heeft een tien maal kleinere kans om longkanker te krijgen: 1/10.000 per jaar.

Het relatieve risico /  r.r. = 10

Door deze incidenities van elkaar af te trekken krijgen we zgn. atributief risico: 9/10.000 per jaar.  Let op : er is een sterke relatie of samenhang (correlatie) nog geen causaal verband.

Als we gezondheidsonderzoek doen willen we ook dat het valide en betrouwbaar is. Een onderzoek is valide als het meet wat je wilt meten. Stel je doet een onderzoek een de leesvaardigheden van dyslytische leerlingen dan is het onderzoek niet valide als er in de test enkel rekenkundige onderdelen worden opgenomen.

Daarnaast moet een onderzoek betrouwbaar zijn. Betrouwbaarheid zegt iets over de nauwkeurigheid waarmee gemeten is. Wanneer je een paar keer achter elkaar (liefst onder dezelfde omstandigheden) een meting verricht verhoog je de betrouwbaarheid.

 

Opdracht: Stel je hebt een oude niet geijkte weegschaal. Je gaat vervolgens een paar keer een object wegen. Is de uitkomst dan valide of betrouwbaar. LIcht je antwoord kort toe. 

 

Openbare les Epidemiologie van Prof. Couthino Universiteit van Maastricht