Grammatik: Steigerung

Deel 1: De vergrotende en overtreffende trap

  1. Bekijk de video (tot 1:55). Deze gaat over de vergrotende trap (Komparativ) en de overtreffende trap (Superlativ).
  2. Bestudeer daarna de tabel.


Vergrotende trap Bijvoeglijk naamwoord + er
Overtreffende trap Bijvoeglijk naamwoord + st
Overtreffende trap Bijvoeglijk naamwoord + op d, t of s-klank + est
Vertaling van "het .... st" am + overtreffende trap + en


- Veel bijvoeglijke naamwoorden met maar één lettergreep krijgen een Umlaut bij beide trappen.

jung – jünger – jüngst
arm - ärmer - ärmst
kurz - kürzer - kürzest
lang - länger - längst


- De vertaling van bijv. 'het mooist' maak je als volgt: am + overtreffende trap + -en

schön - am schönst-en
richtig - am richtigst-en
laut - aum lautest-en
heiß - am heißest-en


- Er zijn ook onregelmatige vormen die je moet kennen.

gut – besser – besten
groß - größer - größt
nah - näher - nächst
hoch - höher - höchst
viel - mehr - meist
gern - lieber - liebst

Oefening 1
Maak de volgende oefening.


Oefening 2
Neem de tabel over.
Vul de ontbrekende vergrotende en overtreffende trap in.


Bijv.naamwoord Vergrotende trap Overtreffende trap
schnell schneller am schnellsten
langsam ..... .....
dünn ..... .....
lang ..... .....
gut ..... .....
viel ..... .....


Deel 2: Vergelijkingen

  1. Bekijk het tweede deel van de video (vanaf 1:56).
    De uitleg gaat over vergelijkingen.
  2. Bestudeer het overzicht. Het zijn woorden die je gebruikt als je dingen of personen met elkaar wilt vergelijken.

Nederlands Duits
dan als
net zo ... als genauso/ebenso ... wie
even gleich

Oefening 3
Maak de volgende oefening. Vertaal het woordje tussen haakjes.


Oefening 4

  1. Vertaal de zinnen in het Nederlands.
  2. Schrijf ze in je schrift.
  3. Controleer ze daarna.

  1. Früher war ich langsamer als jetzt. Jetzt bin ich am schnellsten.
  2. Früher hatte ich mehr Kopfschmerzen als jetzt.
  3. Früher war ich dick als jetzt. Jetzt bin ich am dünnsten.
  4. Früher waren meine Haare länger als jetzt. Jetzt sind sie am kürzesten.


Leer de grammatica uit je hoofd.

 

 

Ten slotte....
Controleer de antwoorden.