Je bent met je ouders op skivakantie in Oostenrijk.
Je voelt je niet zo lekker en daarom ga je naar de dokter.
In de wachtkamer ontmoet je een jongen die een skiongeluk heeft gehad.
Hij is gewond geraakt.
Jullie praten met elkaar en wisselen adressen uit.
Na het bezoek bij de dokter vertel je je vakantievriend(in) over het gesprek in de wachtkamer.
Later stuur je de jongen uit de wachtkamer een kaartje.
Nadat je weer terug bent van vakantie spreek je de jongen uit de wachtkamer, via Skype.
1. Im Wartezimmer - In de wachtkamer
Je zit in de wachtkamer bij de dokter.
Tegenover jou zit een jongen van jouw leeftijd.
Jullie raken in gesprek met elkaar.
Zoek een partner voor deze opdracht. Verdeel de rollen:
jij (niet lekker, koorts, keelpijn, verkouden…).
jongen uit Hamburg (bij het skiën gevallen, been gebroken, moet geopereerd worden, wacht op vervoer naar het ziekenhuis).
Voer het gesprek in de wachtkamer.
Maak kennis met elkaar.
Praat kort over de vakantie in Sankt Johann.
(bijv. hoe lang ben je al in Sankt Johann, in welk hotel/vakantiehuisje, wat heb je tot nu toe gedaan: skiën, snowboarden, langlaufen).
Praat over jullie gezondheid (waarom ben je bij de dokter, diagnose en vervolg i.v.m. gebroken been).
Ruil elkaars adressen.
Sluit het gesprek op een manier af die bij de situatie past.
Oefen het gesprek tot jullie het vlot kunnen voeren.
Het gesprek moet ongeveer twee minuten duren.
Praat kort over de vakantie in Sankt Johann.
Elk van jullie mag drie lastige woorden op een spiekbriefje noteren.
Presenteer het gesprek in de klas of vraag jullie docent om een beoordeling.
2. Beim Arzt - Bij de dokter
Inmiddels ben je aan de beurt. Je gaat de spreekkamer binnen.
Zoek een partner voor deze opdracht. Verdeel de rollen:
jij (niet lekker, koorts, keelpijn, verkouden…).
dokter.
Voer het gesprek.
Bedenk hoe je het gesprek begint.
Spreek over jouw klachten.
Bedenk een passende diagnose en behandeling (bijv. lichte griep, medicijnen).
Sluit het gesprek op een manier af die bij de situatie past.
Oefen het gesprek tot jullie het vlot kunnen voeren.
Het gesprek moet ongeveer twee minuten duren.
Elk van jullie mag drie lastige woorden op een spiekbriefje noteren.
Presenteer het gesprek in de klas of vraag jullie docent om een beoordeling.
3. Im Hotel - In het hotel
Je bent weer terug in je hotel. Bij de receptie zie je een bekende staan. Jullie kwamen elkaar op de piste een paar keer tegen. Samen praten jullie over jouw bezoek bij de dokter, hoe het met je gaat en over de ontmoeting in de wachtkamer.
Bedenk eerst hoe je een beschrijving kunt geven van de jongen in de wachtkamer.
Wat kun je vertellen over: leeftijd, lengte, haarkleur, haarlengte, opvallende details zoals (zonne)bril, kleur jas e.d.?
Zoek een partner voor deze opdracht. Verdeel de rollen:
jij (net terug van de dokter).
B: je vakantievriend/in.
Voer het gesprek.
Spreek over het bezoek bij de dokter en hoe het nu met je gaat.
Spreek over het gesprek in de wachtkamer (de ontmoeting met de jongen uit Hamburg en wat er gebeurd was):
B vraagt een beschrijving van de jongen.
A geeft een uitgebreide beschrijving.
B herkent op basis daarvan het ongeluk waarvan B getuige was.
Oefen het gesprek tot jullie het vlot kunnen voeren.
Het gesprek moet ongeveer twee minuten duren.
Elk van jullie mag drie lastige woorden op een spiekbriefje noteren.
Wissel ook van rol.
Presenteer het gesprek in de klas of vraag jullie docent om een beoordeling.
4. Karte - Kaart
Gelukkig gaat het weer beter met je. Je kunt weer genieten van je skivakantie.
Sinds het gesprek in de wachtkamer ben je natuurlijk wat voorzichtiger op de piste.
Je moet nog regelmatig aan de jongen met het gebroken been denken.
Je besluit om hem een kaartje te sturen.
Schrijf de kaart.
Denk aan hoe je de kaart begint en af wil sluiten.
Informeer naar de gezondheid van de jongen.
Schrijf ook hoe met jou gaat en wat je nog verder in Sankt Johann hebt gedaan.
Schrijf iets om hem op te vrolijken.
Laat je docent de kaart beoordelen.
5. Skype
Inmiddels is de vakantie afgelopen en ben je weer thuis.
Je hebt als reactie op jouw kaartje een e-mail van de jongen uit Hamburg gekregen.
Hij stelt voor om een keer te skypen.
Zoek een partner voor deze opdracht. Verdeel de rollen:
jij.
jongen uit Hamburg.
Voer het gesprek.
Begroet elkaar.
Praat over jullie gezondheid.
Praat over eventuele gevolgen van het skiongeluk:
niet naar school kunnen, hobby voortzetten, nooit meer op wintersport of juist wel, maar voorzichtiger skiën.
Praat over veranderingen in jullie uiterlijk sinds het gesprek in de wachtkamer:
ander kapsel, haarkleur, bril/lenzen enz.
Beëindig het gesprek.
Oefen het gesprek tot jullie het vlot kunnen voeren.
Het gesprek moet ongeveer twee minuten duren.
Elk van jullie mag drie lastige woorden op een spiekbriefje noteren.
Wissel ook van rol.
Presenteer het gesprek in de klas of vraag jullie docent om een beoordeling.