In dit thema heb je veel over uiterlijk en gezondheid geleerd.
Je kent nu belangrijke woorden en uitdrukkingen.
Je weet hoe je iemands uiterlijk kunt beschrijven.
Je kunt zeggen waar je pijn hebt.
Je kunt een gesprek met een dokter voeren.
Je kunt iemand beterschap wensen enz.
Je gaat een aantal gesprekken voeren en een oefening doen.
Overleg met je docent of je alle situaties gaat naspelen of dat je een keuze gaat maken. In dit onderdeel:
spreek je over je eigen gezondheid en die van anderen.
stuur je iemand die ziek is een kaartje.
beschrijf je het uiterlijk van een persoon.
spreek je over de veranderingen in het uiterlijk van een persoon.