Brainstorming

  1. Teken een grote cirkel in je schrift.
    Dat is de nabije toekomst.
  2. Teken om deze cirkel heen een grotere cirkel.
    Dat is de verre toekomst.
  3. Schrijf in beide cirkels zoveel mogelijk woorden die in je opkomen als je aan de nabije en verre toekomst denkt.
    Doe dit in het Nederlands.
  4. Vergelijk jouw woorden met een andere leerling. Zo kun je in één oogopslag zien of er meer verschillen of overeenkomsten zijn.

 

Wie wichtig ist dir deine Zukunft? - Hoe belangrijk is de toekomst voor jou?
Kijk jij positief naar de toekomst?
Of blijf je misschien meer met je gedachten in het verleden hangen?

Je doet een test en komt te weten hoe belangrijk de toekomst voor je is.

Oefen eerst met wat woorden uit de test.
Doe de oefening. Sleep de Nederlandse vertaling naar het Duitse woord.


Psychotest
Doe nu de test 'Wie wichtig ist dir deine Zukunft?' .
Houd de woorden uit de vorige oefening erbij.

Lees het resultaat.
Past het resultaat bij jou?

Anagramm - Anagram
In de woorden uit het tekstblokje zijn de letters door elkaar geraakt.
Zet ze in de juiste volgorde. De woorden geven een beroep aan.
Schrijf de woorden en de beroepen in je schrift.

Voorbeeld:
HERREL wordt LEHRER
REUBA wordt BAUER

  • KÄRBEK
  • TOPIL
  • NÄRGERT
  • SERGÄN
  • STOLPIZI
  • RÄUKFEREV


Und du?
Wat wil jij later worden?
Zoek in een woordenboek de Duitse vertaling voor jouw beroepswens.
Neem de volgende zin over in je schrift en maak hem af.

Ich möchte ... werden.

Ten slotte ...
Controleer je antwoorden.