Kijk de antwoorden van je klasgenoot na. Geef duidelijk aan waar fouten zitten. Noteer duidelijk het aantal behaalde punten en het aantal punten dat behaald kon worden (bv. 1/2 betekent dat 1 van de mogelijke 2 punten behaald is).
Bepaal het cijfer.
Geef de nagekeken test terug.
Bestudeer het resultaat goed. Vergelijk het resultaat met de startmeting.
Maak een analyse met betrekking tot je fouten.
Maak op basis van die analyse een persoonlijk plan om aan de zwakke punten te werken.