Pas de leesstrategieën 'oriënterend lezen' en 'globaal lezen' toe om een eerste indruk van de tekst te krijgen.
Lees daarna de tekst(gedeeltes) intensief om de vragen te kunnen beantwoorden.
Geef van elk van de onderstaande beweringen aan of deze wel of niet overeenkomt met alinea 2.
Voor Motup begint de vakantie. ➜ wel/niet
In de schoolperiodes woont Motup niet thuis. ➜ wel/niet
De weg naar school duurt maximaal vier dagen. ➜ wel/niet
Welche Aussage stimmt mit dem 3. Absatz überein?
Der Fluss verändert sich ständig.
Das Eis ist überall sehr dick.
Was wird im 4. Absatz ausgesagt?
Motup legt den Schulweg zweimal im Jahr zurück.
Motup legt den Schulweg dreimal im Jahr zurück.
Motup legt den Schulweg viermal im Jahr zurück.
Ten slotte...
Controleer je antwoorden onderaan het thema bij 'Antworten'.