A + B + C: voorbeelden
A: Het woord 'Fleck' lijkt op het eerste gezicht een onbekend woord. Spreek het eens harop uit. Je ontdekt dat het op het Nederlandse woord 'vlek' lijkt.
Dat is de juiste vertaling.
B: Waar lijkt het woordje 'oft' op? Het lijkt op het Engelse woord 'often'.
Dat woord ken je vast wel. Het betekent 'vaak'.
Dat is ook de juiste vertaling.
C: Het woord 'Überstunden' zegt je misschien niets. Haal het woord uit elkaar!
Je krijgt dan 'über' en 'stunden'. Die twee losse woorden zeggen je misschien al meer.
Über ken je van überall, überqueren en uit bv. een zin als de volgende:
"Sie sprechen über das Wetter." – Het betekent dan ook: over.
Van stunden (meervoud, enkelvoud = Stunde) weet je dat het uur/uren betekent.
Als je nu de twee vertaalde woorden bij elkaar voegt, krijg je de betekenis: overuren.
A + B + C: oefening
Raad nu de betekenis van de volgende woorden:
offen | Husten |
Kondition | Fußgänger |
nass | reif |
Taschentuch | Scheidung |
Arbeitszeiten | Opfer |
Zahnbürste | aufgeben |
Controleer je antwoorden in het antwoordmodel.
A +B + C: Spel
Tip: Je kunt dit spelletje ook in groepjes spelen.
Ten slotte...
Controleer je antwoorden onderaan het thema bij 'Antworten'.