In dit onderdeel schrijf je verschillende e-mails en kaartjes.
Werk telkens volgens het volgende stappenplan:
Lees de opdracht en ga na wat je moet kunnen schrijven.
Als je vaststelt dat je niet alle woorden weet, zoek je ze op. Gebruik daarbij de StudioWozzol-lijstenvan de afgelopen jaren en/of een (online) woordenboek. Onthoud de woorden en zinnen!
Als je vaststelt dat je niet verder kunt omdat je bepaalde grammaticaregels niet kunt toepassen, zoek
je die in de Module Grammatik op en maak je eventueel eerst nog wat oefeningen.
Maak de schrijfopdracht.
Controleer jouw schrijfopdracht:
Kloppen de persoonsvormen (dus bijv. er spielt en nieter spielst)?
Klopt de woordvolgorde?
Heb je zelfstandig naamwoorden met een hoofdletter geschreven?
Heb je punten en vraagtekens gezet?
Klopt de spelling?
Heb je je aan de opbouw van een persoonlijke mail/kaart gehouden?
Verzamel alle schrijfopdrachten in een map (digitaal of papier).
Wiederholung A
Indeling
Houd je aan de volgende indeling als je een persoonlijke mail, kaart of brief in het Duits schrijft:
Aanhef (bijv. Liebe Suse/Lieber Lutz/Hallo Suse/Hallo Lutz) en sluit af met komma of uitroepteken.
Regel overslaan.
Na komma met kleine letter verder/na uitroepteken met hoofdletter verder.
Tekst (elk onderdeel in een aparte alinea).
Afsluitende groet (bijv. Tschüs/Bis bald!) zonder komma.
Je naam.
B
Veel voorkomende uitdrukkingen
Sommige zinnen kun je in veel van de persoonlijke schrijfopdrachten gebruiken.
Kijk op StudioWozzol. Neem de lijsten over en leer de zinnen.