In dit onderdeel houd je verschillende spreekbeurten over eenvoudige, vertrouwde onderwerpen.
De opdrachten maak je alleen. Je spreekbeurt houd je in de klas.
Het eerste gedeelte van de opdracht is een geleide opdracht waarbij je precies moet zeggen wat er staat.
Dat kun je goed voorbereiden.
Het tweede gedeelte van de opdracht moet je voor het grootste gedeelte zelf invullen. Hiervoor moet je dus al over de nodige woordenschat en uitdrukkingen beschikken om de spreekbeurt zonder veel voorbereiding vlot te kunnen houden.
Stappenplan
Werk telkens volgens het volgende stappenplan:
Lees de opdracht en ga na wat je moet kunnen zeggen.
Als je vaststelt dat je niet alle woorden weet, zoek je ze op. Gebruik daarbij de StudioWozzol van de afgelopen jaren en/of een (online) woordenboek. Onthoud de woorden en zinnen!
Als je vaststelt dat je niet verder kunt omdat je bepaalde grammaticaregels niet kunt toepassen, zoek je die in de Module Grammatik op en maak je eventueel eerst nog wat oefeningen.
Vervolgens bereid je je spreekbeurt voor en houd je die in de klas of in een groepje. Pas wel op dat het een goed lopende tekst is en dat je niet elke zin met ‘Ich’ begint.
Beoordeel elkaar: Kom je goed uit je woorden? Ben je goed te verstaan en te begrijpen?
Leer de woorden en zinnen die je voor zo’n spreekbeurt nodig hebt nog eens goed.
Bereid nu de 2e spreekbeurt kort voor en houd hem in de klas of in een groepje.