Jullie hebben in het eerste college in groepjes gediscussieerd over dyslexie. Hieronder staan de stellingen nog een keertje, zodat je even weer kunt terugdenken aan wat jullie toen samen besproken hebben.
Hoek C - dyslexie
Discussieer over de volgende stellingen:
1. Dyslexie is een modeverschijnsel.
2. Dyslexie is een gevolg van slecht onderwijs in de basisschool.
3. Lager opgeleide kinderen hebben een grotere kans op dyslexie.
4. Dyslectische leerlingen zijn niet slim genoeg om de regels te leren, te onthouden en/of toe te passen.
5. Een dyslectische leerling zal nooit goed kunnen lezen en schrijven.
Het eerste college was inleidend (deels doordat de planning omgegooid moest worden omdat een gastspreker op het laatste moment afhaakte). We hebben in dit college het volgende gedaan:
- voorkennis activeren middels Padlet;
- kennismaking met het fonetische schriftsysteem van het Nederlands (hoek A)
- kennismaking met het aanvankelijk lees- en schrijfonderwijs, o.a. leesplankje (hoek B)
- discussie over dyslexie (hoek C).
Vertelselplaat Jetses (hoort bij leesplankje)
3a. Wist je dat dyslexie zo’n sterke erfelijke component heeft?
3b. Uiteraard zal het fonologisch tekort in de neurologische processen erfelijk zijn. Daarnaast heeft de thuissituatie altijd een zeer grote invloed op de cognitieve en mentale ontwikkeling van kinderen. Als je nou eens in ogenschouw neemt dat een ouder dyslexie heeft, welke gevolgen zal dat (kunnen) hebben voor het leesgedrag en de aanwezigheid van boeken, kranten, tijdschriften e.d. in het huis waar het kind opgroeit? Zou een dyslectische ouder graag voorlezen?
3c. Als je ervan uitgaat dat dyslexie een sterke koppeling te maken heeft met fonologisch bewustzijn (het vermogen om klanken te onderscheiden), zouden dove mensen dan ook dyslectisch kunnen zijn?