A . Hst. 5 reader UvA
Richt je bij het lezen op de volgende zaken:
- verschil tussen aantal letters alfabet (26) en aantal klanken Nederlands (ca. 40);
- verschil tussen fonetische en fonologische klankvorm;
- 4 principes Nederlandse spelling (1 klank = 1 teken/beschaafde uitspraak, gelijkvormigheid, analogie, etymologie);
- overwegingen bij spellingshervormingen;
- redundante factoren in de spelling: verschillen tussen lerende en gevorderde speller.
Deze vragen gaan over fonologie, spelling en spellingdidactiek.
1. Wat is het verschil tussen de fonetische klankvorm en de fonologische klankvorm van een woord? Waarom komen deze niet overeen? (Gebruik eventueel je antwoorden op vraag 2 bij het formuleren van dit antwoord.)
2. Er zijn vier centrale principes in de Nederlandse spelling. Noteer ze kort.
3. In dit hoofdstuk van de reader wordt het verschil besproken tussen de behoeftes van jonge lezers en van gevorderde lezers in relatie tot het spellingsysteem. Hierbij is er een onderscheid tussen fonetische en fonologische spelling. Bespreek enkele verschillen tussen jonge en ervaren lezers.