Hoe leg je graszoden?

Grondbewerking

Begin met het spitten of frezen van de grond. Dit doe je om onkruid of een oud gazon onder te werken. Gelijk met spitten of frezen kan je compost inwerken. Dit is afhankelijk van de voedingstoestand van de bodem.

Na het omspitten moet de ondergrond ‘aangestampt’ worden, zodat de ondergrond vlak en vast wordt. Je kunt de grond zelf aanstampen en met een hark egaliseren. Je kunt ook gebruik maken van een wals (roller), waarmee de ondergrond goed aangedrukt wordt. Herhaal het harken en walsen totdat de grond mooi egaal vast is en er geen verzakkingen meer zichtbaar zijn.

Zorg ervoor dat de hoogte van de ondergrond altijd 2 centimeter lager is dan het ‘terraspeil’. De graszoden moeten natuurlijk niet boeven het terraspeil komen te liggen. Dit betekent dat ze snel uitdrogen.

Zorg ervoor dat de ondergrond licht vochtig is, voordat je begint met het leggen van de graszoden. Zeker op zomerse dagen kan de zon de grond opwarmen, waarbij de wortels van de graszoden kunnen verbranden.

 

Graszoden leggen

Begin altijd langs een rechte kant. Start met het leggen van de graszoden vanaf het verste punt in de tuin gezien vanaf de aanvoer van de zoden. Begin altijd in een rechte hoek van de tuin en zorg dat de graszoden goed aansluiten aan het terras of de stoeprand. Op deze manier hoef je niet telkens over de zojuist gelegde graszoden te lopen. Gebruik een plankje of span een touw om een rechte lijn te maken.

Je kunt de graszoden eenvoudig met een schop afsteken. Wanneer het niet alleen ‘rechte’ vormen zijn, is het gebruik van een mes aan te raden. Rol de graszoden strak langs elkaar uit. Zorg er voor dat de graszoden goed tegen elkaar gedrukt zijn en strak uitgerold worden. Leg de grasrollen zoveel mogelijk in halfverband, net zoals een gemetselde muur. Hierdoor komen de graszoden mooi strak naast elkaar te liggen en sluiten ze goed op elkaar aan.

Leg een plank op de gelegde zoden en loop daarover. Daarmee voorkom je dat de grond plaatselijk verzakt. Klop de graszoden vervolgens nog goed aan of gebruik een wals.

Na het leggen moet je zo snel mogelijk water geven. je kunt elk uur van de dag water geven, ook in de felle zon. Zeker bij zomers weer is het beste om 3x daags te sproeien. Bij het leggen van de graszoden moet je al meteen beginnen met sproeien als een gedeelte klaar is. Heel verraderlijk zijn de dagen waarop het koud is en er veel wind staat, ook dan droogt de grond heel snel uit. Zorg ervoor dat je een aantal dagen na het leggen overvloedig en regelmatig sproeit. Je kunt eenvoudig zelf controleren of de ondergrond goed nat is door de graszoden op te tillen. Controleer dit regelmatig, tot de graszoden zijn vastgegroeid.