1a. Je begrijpt de termen en symbolen die op een tekening/ werkomschrijving kunnen staan. 1b. Je levert een product op gebouwd/ aangelegd volgens tekening/ werkomschrijving. 2a. Je haalt een voldoende voor de toets over de materialen- en sortimentslijst. 3a. Aan de hand van de kenmerken van de bodem bepaal je of je wel of niet met de uitvoering gaat beginnen. Je onderbouwt deze keuze. 4a. Aan de hand van bewijsmateriaal ( bijv. foto’s) laat je zien dat je houdt aan de ARBO richtlijnen. |