4. Was kannst du schon?

3

 

Hieronder nogmaals vijf Nederlandse en vijf Duitse woorden.
Maak de juiste combinaties.

 

a zoet b zuur c warm d rauw e koud
1 roh 2 süß 3 warm 4 kalt 5 sauer


Neem over en vul in: 1 = .....   2 = .....   3 = .....   4 = .....   5 = .....


Hoe ging het?
Wist je van de meeste Nederlandse woorden de Duitse vertaling te vinden?
Ja, dan ben je zeker klaar om met het thema te beginnen.