Mogelijke einddoelen leerlijn informatievaardigheden:
|
Kennis/vaardigheden |
Houding |
1.taakdefinitie |
-de leerling kan zijn informatiebehoefte vaststellen -de leerling kent het verschil tussen hoofd- en deelvragenen kan hoofd- en deelvragen formuleren |
-de leerling kan omgaan met onzekerheid en twijfel |
2.strategieën om informatie te zoeken |
-de leerling kent verschillende soorten bronnen -de leerling is in staat juiste bronnen te kiezen -de leerling weet waar verschillende bronnen te vinden zijn -de leerling kent verschillende mogelijkheden om op internet te zoeken
|
-de leerling is bereid verschillende bronnen te benutten -de leerling is kritisch ten aanzien van de keuze van zijn bronnen |
3.gebruik van de informatie |
-De leerling kent de bruikbaarheidcriteria en kan informatie beoordelen op bruikbaarheid -de leerling kent de betrouwbaarheidscriteria en kan de informatie beoordelen op betrouwbaarheid -de leerling kent selectiecriteria en kan een bruikbare/zinvolle selectie maken uit de gevonden informatie |
-de leerling onderkent het belang van het gebruik van betrouwbare informatie -de leerling onderkent het belang van het gebruik van informatie uit verschillende soorten bronnen
|
4.verwerken van de informatie |
-de leerling is in staat de gevonden informatie op een adequate manier te verwerken |
-de leerling heeft oog voor kwaliteitscriteria |
5.presenteren van de informatie |
-de leerling kan de meest geëigende presentatievorm kiezen -de leerling weet wat plagiaat is en kent richtlijnen met betrekking tot plagiaat -de leerling kan onderscheid maken tussen citeren, parafraseren en gebruiken van de informatie -de leerling kan op de juiste wijze de bronnen beschrijven |
-de leerling is bereid zich vragen te stellen over de meest geëigende presentatievorm -de leerling is bereid plagiaat te vermijden |
6. evaluatie |
- de leerling kent het stappenplan informatievaardigheden en is bereid dit toe te passen -de leerling kent kwaliteitscriteria en is in staat het product te evalueren -de leerling kan de tontstandkoming van het product evalueren
|
-de leerling is bereid het product en de totstandkoming kritisch te bekijken en daaruit lessen te trekken |
(Kaap & Schmidt, 2007)
Voorbeeld leerlijn in schema:
|
1 |
2 |
3 |
4 |
1.taakdefinitie |
De leerling moet aan de hand van één onderzoeksvraag onderzoek doen |
De leerling moet aan de hand van een meer complexe onderzoeksvraag onderzoek doen |
De leerling moet , geholpen met aanwijzingen, voorbeelden of tips, zelf bij een gegeven hoofdvraag een of enkele deelvragen bedenken. |
De leerling moet zelf een of meer onderzoeks- vragen bedenken.
|
2. Strategiën om informatie te zoeken |
De bronnen zijn gegeven |
De belangrijkste bronnen zijn aangegeven; de leerling hoeft deze hooguit aan te vullen. |
De leerling moet geholpen met aanwijzingen, voorbeelden of tips, zelf bronnen zoeken. |
De leerling moet zelf bronnen zoeken. |
3.gebruik van de informatie |
De leerling moet aan de hand van instructies duidelijk omschreven informatie in een bron opzoeken. |
De leerling moet aan de hand van instructies [gebruiksaan-wijzingen] de benodigde bron[nen] op basis van zoekvragen of trefwoorden raadplegen. |
De leerling moet, geholpen met aan-wijzingen, voorbeelden of tips, zelfstandig de benodigde bron[nen] op basis van zoekvragen of trefwoorden raadplegen. |
De leerling moet zelf de benodigde bron[nen] op basis van zoekvragen of trefwoorden raadplegen. |
De leerling beoordeelt de bronnen op bruikbaarheid; hij selecteert welke informatie het best bij zijn onderzoeksvragen past |
De leerling beoordeelt de bronnen op bruikbaarheid; hij selecteert welke informatie het best bij zijn zoekvragen past. Als hij aanvullende bronnen gebruikt beoordeelt hij ook de betrouwbaarheid van die bronnen. |
De leerling moet, geholpen met aanwijzingen, voorbeelden of tips zelfstandig nagaan in hoeverre de informatie die hij opdoet, bruikbaar en betrouwbaar is |
De leerling moet zelf nagaan in hoeverre de informatie die hij opdoet, betrouwbaar en bruikbaar is |
|
4.verwerken van de informatie |
De leerling moet de door hem geselecteerde informatie in een gegeven format verwerken. |
De leerling krijgt instructies om de door hem geselecteerde informatie adequaat te verwerken. |
De leerling moet, geholpen met aanwijzingen, voorbeelden of tips, de door hem geselecteerde informatie adequaat verwerken. |
De leerling moet de door hem geselecteerde informatie zelfstandig adequaat verwerken.
|
5.presenteren van de informatie |
De leerling moet aan de hand van een gegeven presentatieformat zijn onderzoeksresultaten presenteren. |
De leerling verwerkt de onderzoeks-resultaten in een eenvoudige voorgeschreven presentatie. |
De leerling presenteert, geholpen met aanwijzingen, voorbeelden of tips, zijn onder-zoeksresultaten |
De leerling moet zijn onderzoeks-resultaten zelfstandig presenteren. |
6.evaluatie |
De leerling moet aan de hand van gerichte vragen reflecteren op zijn onderzoeksresultaten |
De leerling krijgt instructies om adequaat te reflecteren op zijn onderzoeksresultaten en op de gevolgde werkwijze. |
De leerling moet, geholpen met aanwijzingen, voorbeelden of tips, zelfstandig reflecteren op zijn onderzoeks-resultaten en op de gevolgde werkwijze. Ook moet hij kunnen aangeven hoe hij werkwijze en resultaten kan verbeteren. |
De leerling moet zelfstandig reflecteren op zijn onderzoeks-resultaten en op de gevolgde werkwijze. Ook moet hij kunnen aangeven hoe hij werkwijze en resultaten kan verbeteren en wat hij ervan geleerd heeft. |
(Kaap & Schmidt, 2007)
Kaap, A. v., & Schmidt, V. (2007). Naar een leerlijn Informatievaardigheden. Enschede: SLO nationaal expertisecentrum voorleerplanontwikkeling.