Bacteriën en schimmels zijn reducenten. Ze zorgen ervoor dat (resten van) dode dieren en planteen worden afgebroken tot mineralen. Alleen als dat gebeurt met je voedsel ben je minder blij. Van bedorven eten kun je ziek worden. De smaak, geur en kleuren veranderen.
Door hygiënisch met voedsel om te gaan kun je besmetting door bacteriën en schimmels al een beetje tegengaan. Was je handen voordat je eten gaat klaarmaken en bak, kook of was je eten goed. Bewaar voedsel op de juiste plaats, droog, in de koelkast of bevroren. Veel voedingsmiddelen worden op een bepaalde manier geconserveerd. Hierover leer je meer in dit thema.
In de biotechnologie houden mensen zich bezig met technieken waarbij bacteriën en schimmels juist worden gebruikt. Het gaat om producten waar je wat aan hebt. Bijvoorbeeld kaas, brood of medicijnen. Mensen maken al eeuwen gebruik van organismen voor het maken van voedingsmiddelen. Ook het fokken van dieren en het selecteren, kruisen en veredelen van planten behoort tot de biotechnologie.
Dit zijn vormen van klassieke biotechnologie.