1.2 Het joods-christelijke scheppingsverhaal

In het begin van het eerste bijbelboek Genesis staat het scheppingsverhaal. Daarin wordt verteld dat God de wereld in zes dagen heeft gemaakt. Eerst maakte hij een scheiding tussen licht en donker. Daarna scheidde hij het water op de aarde van het water boven in de hemel. Op de derde dag werd het droog en kwamen de planten en de bomen op het droge land. Vervolgens kwamen de zon, de maan en de sterren. Op de vijfde dag werden de vogels en de vissen geschapen. Op de zesde scheppingsdag werden de landdieren en de mensen geschapen. Op de zevende dag was God klaar met alles wat hij gemaakt had. In de Bijbel staat dat Hij op die dag rustte van heel zijn scheppingswerk.