We gebruiken de mol vaak als rekeneenheid bij scheikundige reacties. Daar de coëfficiënten in scheikundige
reactievergelijkingen rechtstreeks het aantal deeltjes weergeven van stoffen die reageren en ontstaan, is het gemakkelijker om reactanten en producten uit te drukken in aantallen deeltjes (met als eenheid de mol) dan in massa of volume. Een voorbeeld is de reactie van zuurstof met waterstof:
Video (Oefenen met de mol, deel 1)
Sieger Kooij legt uit waarom het werken met de mol van belang is en laat aan de hand van een voorbeeld zien hoe je bovenstaande kennis kunt toepassen bij het rekenen aan reacties:
Oefenen met de mol, deel 1
Video (Oefenen met de mol, deel 2)
Sieger Kooij legt uit hoe je een opgave (tekst) moet vertalen naar een werkschema om die opgave op te lossen:
Oefenen met de mol, deel 2
In de volgende figuur zien we nog eens het verband tussen de grootheid hoeveelheid stof en andere grootheden.
(Zie ook de paragrafen over molaire massa en molair volume.)
Bij het verband tussen hoeveelheid stof en massa geldt:
M = de molaire massa of molmassa, symbool M (eenheid g mol-1)
m = de massa van één molecuul (mmolecuul; in g)
NA = de constante van Avogadro (eenheid mol-1).
Bij het verband tussen hoeveelheid stof en volume geldt: