Voor een mengsel ligt de kwantitatieve samenstelling in principe niet vast. Wanneer we bijvoorbeeld suiker in de thee doen, kunnen we het suikergehalte van de oplossing naar believen kiezen. Dat gehalte aan suiker - ook wel concentratie genoemd -kunnen we op verschillende manieren aangeven. Een veel gebruikte aanduiding hiervoor in de scheikunde is de molariteit.
In plaats van het gehalte spreken we in de scheikunde meestal van de concentratie van een stof in een mengsel. De concentratie, dus hoeveel er van een stof in een mengsel aanwezig is, kunnen we op verschillende manieren uitgedrukken:
in gram per liter. Wanneer we bijvoorbeeld 20 gram suiker in water oplossen tot in totaal 1 liter oplossing, dan is de suikerconcentratie van deze oplossing 20 g L-1
in gram per 100 gram mengsel: het massapercentage (massa-%)
in ml per 100 mloplossing: het volumepercentage (vol-%)
in mol per liter oplossing: de molariteit (mol L-1)
in ppm of ppb, voor zeer kleine concentraties
Onder het percentage (%) van een stof in een mengsel verstaan we het aantal delen van die stof per honderd delen mengsel. Bij kleinere gehalten wordt het promillage (‰) gebruikt, het aantal delen stof per duizend delen mengsel.