Wat ga ik leren?

Je kunt:
- de bouw, werking en functie van spieren beschrijven;
- de relatie tussen vorm en functie toelichten;
- de opzet en effecten van trainingsprogramma's van mensen toelichten;
- de relatie van het zintuigstelsel met het spier-, zenuw- en hormoonstelsel beschrijven;
- verbanden beschrijven tussen het gebruik van de zintuigen en het functioneren van een organisme;
- het verband beschrijven tussen de werking van het zenuwstelsel en het functioneren van een organisme.
Deelconcepten
Dwarsgestreepte en gladde spieren, witte en rode spiervezels, spiercel, pees, antagonist, warming-up, cooling-down, uithoudingsvermogen, doping en EPO.