Stap 4: De nieren

Bouw en functie van de niereenheid
In je beide nieren zitten een groot aantal niereenheden. Zij zijn de filtertjes voor je bloedplasma.
In de nefronen (niereenheden) wordt je bloed uit de nierslagader gezuiverd. De samenstelling wordt aangepast aan de behoeftes van je lichaam. Daarna komt het bloed komt terug in de nierader en van daar gaat het via de holle ader je bloedstroom in.

Lees Kennisbank:

Bouw en ligging van de nier


Doorsnede nier
Maak een schematische tekening van de doorsnede door een nier.

Zet daarbij de volgende begrippen:
Nierschors, niermerg, nierbekken en geef de ligging van de niereenheden zo goed mogelijk aan.
Laat je tekening controleren door je docent. De beoordelingseisen vind je in de Gereedschapskist hieronder. 
 

    Schematische tekening maken

    Met een schematische tekening kun je iets duidelijk weergeven. In tegenstelling tot natuurgetrouwe tekeningen bevat een schematische tekening weinig details.

     

    Bouw niereenheid
    Microscopische bouw van de niereenheid.
    Download het werkblad.

    Gebruik je microscoop met verschillende vergrotingen om de bouw van de nier te bestuderen.
    Maak natuurgetrouwe tekeningen van de onderdelen en geef zoveel mogelijk namen aan de onderdelen die je tekent.
    Overleg met je docent wat je met de tekening(en) moet doen. Lees de eventuele beoordelingseisen in de Gereedschapskist onder de Kennisbank.
    Lees Kennisbank:

    Werking van de niereenheid

     

      Natuurgetrouwe tekening maken

      In een natuurgetrouwe tekening verwerp je veel meer details dan in een schematische tekening. Je zorgt ervoor dat je het object zo realistisch mogelijk weergeeft.

       

      Nierslagader en nierader
      Om de werking van de nierfilters te begrijpen is kennis van de manier waarop het bloed langs de niereenheid loopt erg belangrijk.
      Geef met behulp van een schematische tekening aan op welke manier de aftakking van de nierslagader langs een niereenheid loopt. Vergelijk jouw tekening met die van een klasgenoot. Geef elkaar waar nodig feedback. Vraag bij twijfel advies aan je docent.