Stap 4: Modificatie

Biotechnologie en genetische modificatie
We gebruiken niet alleen de enzymen die micro-organismen voor hun stofwisseling gebruiken, maar ook de producten van die stofwisseling.
Denk maar aan melkzuur (in yoghurt of karnmelk) of alcohol (in brood, bier en wijn).
Om micro-organismen producten te laten maken die consumenten graag willen hebben, grijpen biotechnologen in allerlei routes van de stofwisseling in. Zo kunnen micro-organismen o.a. medicijnen produceren (o.a. antibiotica, kinkhoestvaccin), voedselkleurstoffen (botergeel), aroma’s (perzikaroma), vitamines, bio-ethanol, bio-plastics.

Lees nu Kennisbank:

Van cel tot organisme


Van plant tot ...
Bekijk twee voorbeelden van industriële biotechnologie.
Bespreek na het kijken de volgende vragen in de klas:

  1. Hoe wil men voorkomen dat De PEF fles concurreert met de voedselmarkt?
  2. De makers van beide films stellen dat industriële biotechnologie minder belastend is voor het milieu dan vroegere productie methoden. Is dat juist? Waarop baseren ze dat?
  3. Zijn er risico’s verbonden aan industriële biotechnologie? Zo ja welke?
  4. Hoe moeten industrie en overheid volgens jou omgaan met die risico’s?

Bacteriën veranderen
Bekijk in de klas het filmpje introduction to biotechnology en bespreek daarna de volgende vragen met een klasgenoot.

  1. In het filmpje wordt gezegd dat bacteriën iets leren.
    Wat vind je van dit woordgebruik?
  2. Beschrijf in woorden of in een tekening wat er in het filmpje wordt uitgelegd.

Hoe kunnen biotechnologen organismen veranderen?

Werk in drietallen.
Bestudeer hier Moleculaire genetica - www.bioplek.org op welke manier biotechnologen bacteriën, planten en dieren kunnen veranderen.
Ieder bestudeert één van de drie besproken groepen.
Maak een schematische tekening van de gebruikte technieken.
Wissel daarna je informatie uit.