In deze opdracht ga je oefenen met het deelonderwerp van een tekst.
Je hebt al eerder geleerd hoe je een onderwerp in een tekst kunt vinden. Ook heb je al eens gekeken naar tekstbegrip.
Kijk nog even in de Kennisbankitems om je geheugen op te frissen.
![]() |
Onderwerp van een tekst |
![]() |
Tekstbegrip |
In een tekst ga je als volgt op zoek naar de deelonderwerpen:
Bij elk deelonderwerp kun je een deelvraag stellen.
Voorbeeld:
Onderwerp van een tekst is: 'Werken of doorleren?'. Deelonderwerpen zijn: 'Het mbo' of 'Eigen geld verdienen'. Deelvragen zijn: 'Welke opleidingen binnen het mbo kan ik kiezen?' of 'Hoeveel geld mag ik bijverdienen?. |
Met de antwoorden op deelvragen geef je in stapjes ook antwoord op de hoofdvraag.
Voorbeeld:
Hoofdvraag: 'Hoe kan ik friet bakken met een frituurpan?'
|
In de volgende stappen ga je oefenen met deelonderwerpen en deelvragen.
Hoofd- en deelvragen moeten aan de volgende eisen voldoen: