Eindopdracht: Enquête

In deze eindopdracht ga je, samen met een klasgenoot, een enquête houden onder tien klasgenoten.
In de enquête stel je vragen over het onderwerp 'Werken en doorleren'.

De resultaten van een enquête kunnen soms best verrassend zijn.

Bestudeer voordat je begint met de opdracht de informatie uit de Gereedschapskist. Bekijk ook de video over hoe je enquêtevragen kunt maken.

Vragen verzinnen

In deze stap gaan jullie de vragen voor de enquête verzinnen. Bedenk samen wat je te weten wilt komen van je klasgenoten.
Jullie moeten minimaal acht vragen verzinnen. Let goed op de formulering van jullie vragen.

Voorbeeld

  • Als ik klaar ben met het vmbo ga ik door naar de havo.
of
  • Ik wil zo snel mogelijk klaar zijn met leren.

 

De vragen moeten te beantwoorden zijn met: helemaal mee eens, eens, neutraal, mee oneens of helemaal mee oneens.

Enquête uitwerken

In deze stap gaan jullie de enquête netjes uitwerken en afnemen.

Gebruik voor de uitwerking het Google-document Enquête Werken en doorleren.
Sla het document op in je eigen omgeving, zodat je het kunt bewerken.

Jullie gaan de enquête laten invullen door tien klasgenoten.
Verstuur de enquête per mail naar tien klasgenoten of print deze in tienvoud uit.
Vraag jullie klasgenoten de ingevulde enquête in te vullen en terug te sturen of te geven.

Analyseren enquête

Als alle ingevulde enquêtes binnen zijn, analyseren jullie de resultaten.
Doe dit op de volgende manier:

Bekijk het voorbeeld.

Voorbeeld

Enquêtestelling: Ik wil zo snel mogelijk klaar zijn met leren.

- 10 klasgenoten hebben antwoord gegeven op de vraag.
- 6 leerlingen gaven als antwoord ‘neutraal’.
  Dit betekent dat 6/10 van de leerlingen neutraal tegenover deze stelling staat: dat is 60%.
- 2 leerlingen gaven als antwoord ‘mee eens’. (2/10 = 20%)
- 1 leerling gaf als antwoord ‘mee oneens’. (1/10 = 10%)
- 1 leerling gaf als antwoord ‘helemaal mee oneens’. (1/10 = 10%)


Wat valt op aan de antwoorden? Worden sommige antwoorden bijvoorbeeld veel gegeven of zijn er veel verschillen?
Schrijf jullie bevindingen op.

Zorg dat het verslag een goed beeld geeft van de uitslag van de enquête én van jullie bevindingen.
Maak op deze manier een analyse van elke vraag.

Klaar?

Kijk samen of er antwoorden zijn die in het bijzonder opvallen. Het kan bijvoorbeeld zijn dat iedereen hetzelfde antwoord heeft gegeven bij een bepaalde stelling of dat de antwoorden juist allemaal verschillen.

Jullie analyse moet uit minstens 300 woorden bestaan. Stuur deze bevindingen ook op naar je docent.
Hij of zij zal jullie enquête (inclusief analyse) beoordelen.

Beoordeling

Bij de beoordeling zal worden gelet op de volgende punten:

Enquête afnemen

Een enquête is een werkvorm waarbij je gerichte vragen stelt, zodat je de informatie krijgt waarnaar je op zoek bent.