Wat kan ik straks?
Aan het eind van de opdracht kan ik:
- omschrijven wat wordt bedoeld met lichaamstaal;
- een voordeel noemen van het gebruik van lichaamstaal;
- een paar emoties opnoemen die ik met gezichtsuitdrukkingen kan oproepen;
- omschrijven hoe gebarentaal ondersteunend kan werken in de communicatie tussen mensen.