Vergelijken in het Nederlands
Het is een van de meest voorkomende taalfouten in het Nederlands: ‘ik ben groter als jij’. Of nog erger: ‘ik ben groter als jou’. Wat is daar fout aan?
Als je in het Nederlands twee dingen, personen of situaties met elkaar vergelijkt, krijg je zinnen als ‘het is deze zomer warmer dan vorig jaar’ of ‘zij is even goed als ik’.
Met onderstaande richtlijnen is het makkelijk te bepalen of je in zo’n geval ‘dan’ of ‘als’ gebruikt, en ‘ik’ of ‘mij’.
Dan
Je gebruikt ‘dan’ als je een vergelijking maakt met een vergrotende trap (bij ongelijkheden dus):
- Ik ben groter dan jij
- Zij waren er eerder dan wij
- Zij is anders dan anderen
Als
Je gebruikt ‘als’ wanneer de onderwerpen van je vergelijking gelijk zijn aan elkaar:
- Danny is even groot als ik
- Zij waren net zo vroeg als wij
- Zij is net als iedereen
Alle vergelijkingen met ‘zo’, ‘net zo’ en ‘even’ worden met ‘als’ gecombineerd.
- Ik ben half zo zwaar als mijn moeder
- Hij is lang niet zo precies als zijn klasgenoot
- Een hotel in Londen kost 10 keer zo veel als in Praag
Persoonlijk voornaamwoord
Voorbeeld:
Moeder is groter dan zij (is).
Een vergelijking is pas goed, als je het juiste persoonlijk voornaamwoord gebruikt.
Hoe weet je bijvoorbeeld wat goed is: ‘ik ben groter dan jij’ of ‘ik ben groter dan jou’?
De truc is om de zin in je gedachten te verlengen met het werkwoord dat al eerder gebruikt wordt. Bovenstaande zin wordt dan: ‘ik ben groter dan jij bent’, want ‘ik ben groter dan jou bent’ zou nergens op slaan.
De juiste vergelijking is dus: ‘ik ben groter dan jij’.
Het verlengen van de zin levert dan de volgende vergelijkingen op:
- Ik ken niemand als hij (is)
- Sanne is net zo lief als jij (bent)
- Mijn vrienden vinden een clown als ik (ben) maar raar
- Kinderen zoals wij (zijn) tellen hier niet mee
Bovenstaande zinnen staan de persoonlijke voornaamwoorden in de onderwerpsvorm (hij, ik).
Maar in vergelijkingen kunnen ook niet-onderwerpsvormen voorkomen (jou, mij). Let op: of je in een vergelijkende zin ‘mij’ of ‘ik’ gebruikt, heeft invloed op de betekenis van de zin.
Beide onderstaande voorbeelden zijn correct, maar betekenen iets anders:
- Anne vindt jou aardiger dan ik: Anne vindt jou aardiger dan ik jou vind.
- Anne vindt jou aardiger dan mij: Anne vindt jou aardiger dan dat ze mij vindt.
|