In deze opdracht ga je oefenen met het juiste gebruik van hen of hun.
Kijk eerst naar de 'Clipphanger'.
Bestudeer de theorie over het gebruik van zij, hen en hun.
Hen of hunWanneer gebruik je wat? Dat betekent niet, dat je ‘hun’ nooit mag gebruiken. Hun kan bezittelijk gebruikt worden (dat is hun huis), maar ook meewerkend (ik ga het hun vragen). Maar soms gebruik je in plaats van ‘hun’ het woord ‘hen’ of ‘zij’. Wanneer? Hun‘Hun’ is in de eerste plaats een bezittelijk voornaamwoord. Het is een woord waarmee je aangeeft dat iets van iemand is.
HenIn veel situaties waarin ‘hun’ foutief wordt gebruikt, is ‘hen’ het correcte alternatief.
Na een voorzetsel gebruiken we altijd 'hen'.
ZijIn zinnen waarin ‘hun’ ten onrechte wordt gebruikt als onderwerp (‘hun moeten niet zo zeuren’) is het correcte alternatief ‘zij’. |
Maak de volgende oefeningen.