Iedereen heeft wel eens ruzie. Jij ook.
De ene keer los je de ruzie beter op dan de andere keer.
In deze opdracht beschrijf je twee ruziesituaties, waarin jij een rol speelde.
In de ene situatie heb je de ruzie (volgens jou) goed opgelost en in de andere situatie heb je de ruzie (volgens jou) niet goed opgelost.
De beschrijvingen hoeven niet langer te zijn dan een half A4'tje.
Hoe ga je te werk?
Beschrijf een ruzie, die je goed hebt opgelost.
Geef een duidelijke beschrijving van de situatie, de betrokkenen en hoe je de ruzie hebt weten op te lossen.
Je mag maximaal vijftien minuten gebruiken om deze beschrijving te maken.
Beschrijf een ruzie, die je niet goed hebt opgelost.
Geef een duidelijke beschrijving van de situatie en de betrokkenen.
Beschrijf ook hoe de ruzie is afgelopen.
Zou je, achteraf gezien, de situatie nu beter kunnen oplossen?
Je mag maximaal vijftien minuten gebruiken om deze beschrijving te maken.
Nu ga je samen met een klasgenoot jullie beschrijvingen vergelijken.
Hiervoor mag je tien minuten gebruiken.
Lijken de oplossingen voor de ruzies op elkaar?
Zijn de situaties, die je niet hebt kunnen oplossen, vergelijkbaar?
Jullie hebben inmiddels veel nagedacht over het oplossen van ruzies.
Beschrijf drie dingen op die volgens jullie onmisbaar zijn om een ruzie op te lossen.
Hiervoor mag je vijf minuten gebruiken.
Beoordeling
Jullie docent zal jullie beschrijvingen en oplossingen bekijken.
Daarbij let hij of zij op:
Heb je de ruziesituatie duidelijk omschreven: wie waren de betrokkenen, waar ging de ruzie over?
Heb je in beide situaties duidelijk omschreven hoe de ruzie wel of niet is opgelost?
Hebben jullie je gezamenlijke punten opgeschreven over het oplossen van ruzies?