Een bijstelling is een zinsdeel zonder gezegde, dat direct achter het woord of de woordgroep staat waar het naar verwijst.
Een bijstelling verwijst altijd naar iets of iemand in de zin. Datgene waar naar verwezen wordt, noem je een antecedent.
Een bijstelling staat heel vaak tussen komma's.
In de volgende voorbeelden is de bijstelling steeds vet weergegeven.
De oud-burgemeester van Den Haag, Wim Deetman, was vroeger minister.
De oude dame droeg haar mooiste juwelen, een gouden ketting met oorbellen, alleen op feestdagen.
Saddam Hoessein, een gewetenloze potentaat, vergaste in de jaren tachtig zo'n tienduizend Koerden.
Mijn vriend Herman kwam te laat. (Hier staat de bijstelling niet tussen komma's.)
Verschil tussen bijstelling en bijvoeglijke bijzin
Een bijstelling onderscheidt zich van een bijvoeglijke bijzin door het ontbreken van een zelfstandig gebruikte werkwoordsvorm.
Een bijvoeglijke bijzin bevat altijd een werkwoordelijk gezegde:
In de volgende voorbeelden is de bijvoeglijke bijzin vet weergegeven. Voor de duidelijkheid is het werkwoordelijk gezegde onderstreept.
De oud-burgemeester van Den Haag, die Wim Deetman heet, was vroeger minister.
Saddam Hoessein die een gewetenloze potentaat is, vergaste in de jaren tachtig zo'n tienduizend Koerden.
De door zijn vrouw bedrogen echtgenoot werd gespeeld en gezongen door Anthony Berendse.