Stap 2: Oefenen!

Om de tussenletter goed onder de knie te krijgen is het verstandig om veel te oefenen.
In deze stap ga je aan de slag met enkele oefeningen.

Bestudeer eerst nog wat informatie over het gebruik van de tussenletter -n.

De tussenletter -n
Moet er in samenstellingen (woorden die uit minimaal twee kleinere woorden bestaan)
een -n geschreven worden of niet?

Wanneer schrijf je wel een -n?
  • Als het meervoud van het eerste deel van de samenstelling alleen een meervoud op -en heeft.
    Dus woorden als ‘paarden’ en ‘pannen’.
    Dus geen woorden als ‘directeur’ en ‘aardappel’, want deze woorden hebben niet alleen een meervoud op -en, maar ook op -s.
    Kijk maar: ‘directeurs’ / ‘directeuren’ en ‘aardappels’ / aardappelen’.
Wanneer schrijf je geen -n?
  • Als het eerste deel van de samenstelling een woord is waar wij er maar eentje van hebben.
    Denk aan woorden als ‘zon’, ‘maan’, ‘koningin’.
  • Als het in de samenstelling gaat om een versterkende of verzwakkende uitdrukking: ‘reuzeleuk’, ‘apetrots’, ‘retegoed’, ‘brekebeen’.
Bij ‘pannenkoek’ schrijf je dus wel -n, omdat er sprake is van maar één meervoudsvorm.
Bij ‘groentesoep’ schrijf je geen -n, omdat er sprake is van twee meervoudsvormen: ‘groentes’ / ‘groenten’

Bron: wp.digischool.nl


Bekijk de volgende video over het gebruik van de tussenletters –e of –en.

Maak de oefeningen.