Lees de tekst en beantwoord de vragen.
MENSELIJKE KACHELTJES (1) "Heb jij een nieuwe Lego-doos? Dan ben ik jouw vriendje!" Met de eerste vriendjes in ons leven gaan we niet zo mooi om. Dat beweert althans de Tilburgse onderzoeker Jan Boelhouwer: "Voor een kind is het beste vriendje bijna altijd de jongen of het meisje met speelgoed dat je zelf niet hebt. Als weer een ander een nog mooier speeltje blijkt te hebben, is de vriendschap snel voorbij. Die snel wisselende vriendschappen wijzen erop dat een kind zich niet zo snel aan een persoon hecht. En dat vriendschap een kwestie is van geven en nemen, weet het ook nog niet." (2) Dit "speelgoedprincipe", waarmee kinderen vrienden selecteren, bestaat bij velen op latere leeftijd nog. Waarom anders hebben mensen met veel geld zoveel "vrienden"? Is de ware vriendschap, zoals de popgroep Het Goede Doel ooit zong, niet meer dan "een illusie, een pakketje schroot met een dun laagje chroom"? (3) Boelhouwer meent: "Vriendschap bij volwassenen ziet er - gelukkig- meestal anders uit". Er zijn drie sleutelwoorden: vertrouwen, humor en stabiliteit. Vertrouwen, want we zoeken in een vriend iemand die naast ons staat in het leven. Je kunt alles aan je vrienden kwijt, je ups en je downs. Je schenkt ze bijna onbeperkt vertrouwen en krijgt dat, als het goed is, ook terug. (4) Humor, want een goede vriend is vaak iemand met wie je na een woord al in lachen uitbarst. Een gedeeld gevoel voor humor bindt vrienden; het is het gemeenschappelijke wapen tegen de boze buitenwereld. (5) Stabiliteit, want in een goede vriendschap, blijft het gevoel van saamhorigheid lang bestaan. Je kunt hem of haar bij wijze van spreken twee jaar niet zien en toch val je dan meteen, en met de grootste vanzelfsprekendheid, terug in diezelfde vertrouwdheid van vroeger. Bij een vriend voel je je voor lange tijd thuis. Vrienden zijn voor elkaar een soort menselijke kacheltjes. Zonder elkaars warmte zouden ze verkleumen." (6) Waarom sluiten we eigenlijk vriendschap en waarom hebben we vrienden zo nodig? Voor een passend antwoord op deze vragen moeten we misschien terug naar de prehistorie. "Het hebben van vrienden verhoogde toen waarschijnlijk op de een of andere manier je overlevingskans. Met roofdieren en vijandige stammen in de buurt was het veiliger voor mensen om er in groepen op uit te trekken. Mensen hebben elkaar klaarblijkelijk nodig om te overleven. Misschien dat we daarom biologisch zijn "geprogrammeerd" om het gezelschap van anderen zo op prijs te stellen." (7) Psychologen, onder wie Jan Boelhouwer, stellen dat vrienden voor volwassenen het veilige, warme nest van het ouderlijk huis vervangen. Maar die typische warmte en geborgenheid van het ouderlijk huis krijg je bij een echt goede vriend nooit helemaal terug. Er is een belangrijk verschil tussen vrienden en familie, meent Jan Boelhouwer. "Familie legt je vaak normen op en stelt eisen. Je moet eens wat vaker langskomen, zeggen pa en ma. Tussen vrienden heb je dat niet, want die houden een gezonde afstand. Vrienden hoeven elkaar niet de hele dag te zien. Het opvallende is, dat je juist vanwege een grotere afstand intiemer kunt praten met een goede vriend dan met een familielid. Een vriend fungeert als een soort klankbord. Hij luistert, geeft advies, en dat alles zonder de druk van wederzijdse eisen en verwachtingen." (8)"Elk mens heeft iemand nodig aan wie hij of zij zich kan spiegelen. Bovendien is het handig belangrijke levensstappen met een vriend te bespreken: bij het verkering krijgen en houden, het kiezen van een studie, het zoeken naar werk. Kortom, bij elke belangrijke stap die je in het leven zet, is het nuttig en prettig een second opinion te krijgen. Vrienden zijn in wezen elkaars gids in het leven." (9) Dit maakt duidelijk waar het mechanisme van het verschijnsel sympathie toe dient. "Je bent over het algemeen niet geneigd veel mensen in vertrouwen te nemen," zegt Boelhouwer. "Maar een beperkt aantal mensen kan vriend van je worden. Een eerste vereiste bij vriendschap is, dat je vanuit eenzelfde basisgevoel tegen de dingen aankijkt. Maar dan op een abstract niveau. Het hoeft niet per se zo te zijn dat vrienden hetzelfde werk doen of er exact dezelfde levensstijl op na houden." (10) Om erachter te komen met wie we al dan niet vrienden kunnen worden, heeft moeder natuur ons een handje geholpen. Op basis van een gevoel van sympathie - of antipathie - selecteren we mensen. Boelhouwer: "Vanaf de puberteit beginnen we minder op elkaar speelgoed te letten en meer op zaken als gemeenschappelijke interesses en bezigheden. Het nieuwe toelatingscriterium voor vriendschap is: passen we als mens wel bij elkaar?" (11)"Als je met mensen in contact komt, heb je vrij snel in de gaten of iemand je bevalt. Dat eerste ontmoetingsmoment is bepalend. Beschouw het als een soort sollicitatiegesprek. Je maakt je keuze bliksemsnel aan de hand van eerste indrukken. Als iemand fout reageert, weet je direct: dat wordt nooit wat. Als de een een opmerking maakt waar de ander absoluut niet tegen kan, gaat het mis. Uit zulke kortstondige wrijvingen blijkt dat de wereldbeelden te veel van elkaar verschillen. Met andere woorden, je zult niet zoveel hebben aan elkaar als "gids" voor het leven." (12) Bij elke kennismaking worden we overspoeld door een zee van indrukken. Welke signalen op mogelijke vriendschap wijzen en welke niet, daar moet je door schade en schande achter komen. Jongeren zijn volgens Boelhouwer aanvankelijk weinig kieskeurig in de keus van hun vrienden, maar later wordt dat anders. "Hoe ouder je wordt, des te meer ervaringen je met mensen hebt en des te minder je eventjes vlug nieuwe vrienden maakt." |
De tekst 'Menselijke kacheltjes' kan worden ingedeeld in vier opeenvolgende tekstdelen: