Kies het uitje dat jullie het leukst lijkt om te doen.
Bedenk aan wie je vragen kunt stellen over dit uitje.
Schrijf minstens drie vragen op die je kunt stellen over dit uitje.
Stel daarna de vragen die je hebt bedacht (en opgeschreven).
TIP: Als je vragen gaat stellen:
Stel je dan eerst netjes voor.
Vraag of je wat vragen mag stellen.
Vertel waarom je dat graag wilt.
Vergelijk jouw vragen met de vragen van een klasgenoot.
Geef elkaar feedback en beoordeel samen de vragen.
Kijk bij het beoordelen van de vragen naar de volgende punten:
Zijn de vragen duidelijk geformuleerd? Bij goede vragen is het duidelijk naar welke informatie wordt gevraagd.
Bij minder goede vragen kun je de vraag op verschillende manieren opvatten.