Je gaat oefenen met het gebruik van het koppelteken, de trema en de apostrof.
Lees nog een keer de theorie in de Kennisbank.
![]() |
Koppelteken |
Maak de oefening.
Je gaat oefenen met het trema.
Lees nog een keer de theorie in de Kennisbank.
![]() |
Trema of apostrof? |
Maak de oefening.
Als laatste oefen je met de apostrof.
Je hebt er al over gelezen in de Kennisbank.
Weet je het niet meer?
Lees dan nogmaals de theorie voordat je de oefening doet.