Bestudeer de Kennisbank over gedichten.
![]() |
Gedichten |
Lees eerst de gedichten. Beantwoord daarna de vragen.
Gedicht 1
Het gedicht heet ‘De Dapperstraat’ en is geschreven door J.C. Bloem.
In het gedicht worden de stijlfiguren overdrijving en tegenstelling gebruikt.
De Dapperstraat Natuur is voor tevredenen of legen. En dan: wat is natuur nog in dit land? Een stukje bos, ter grootte van een krant, Een heuvel met wat villaatjes ertegen. Geef mij de grauwe, stedelijke wegen, De’ in kaden vastgeklonken waterkant, De wolken, nooit zo schoon dan als ze, omrand Door zolderramen, langs de lucht bewegen. Alles is veel voor wie niet veel verwacht. Het leven houdt zijn wonderen verborgen Tot het ze, opeens, toont in hun hogen staat. Dit heb ik bij mijzelven overdacht, Verregend, op een miezerigen morgen, Domweg gelukkig, in de Dapperstraat. |
Gedicht 2
In het volgende gedicht wordt overdrijving gebruikt.
Het gedicht heet 'De leeuw' en is geschreven door De schoolmeester (1808-1858).
De leeuw |