Fictie hoeft niets te maken te hebben met het echte leven.
De schrijver bepaalt hoe realistisch het verhaal wordt.
Deze opdracht bestaat uit het zoeken van woorden in een woordzoeker. Deze woorden hebben allemaal iets te maken met fictie. In totaal zijn er zeven woorden verstopt in de woordzoeker. Zoek ze allemaal op. Als je de betekenis van het woord niet weet, zoek de betekenis dan op.
Kopieer de woordzoeker van deze pagina in een (Google-)document. Je kunt de woorden die je gevonden hebt met een dun potlood afstrepen en het gevonden woord onder de puzzel noteren. Je kunt het (Google-)document ook uitprinten.
Heb je alle zeven woorden gevonden?
Vraag eventueel hulp aan een klasgenoot.