Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Wat kan ik al? Je maakt een sleepoefening over fictie.
Stap Activiteit
Stap 1 en Je bestudeert de Kennisbank over fictie. Je luistert naar audiofragmenten en geeft aan of het om fictie gaat. Vergelijk je antwoorden met die van een klasgenoot.
Stap 2 Je gaat in de woordzoeker op zoek naar woorden die te maken hebben met fictie.
Stap 3 en Je bekijkt een video over Souf Souf en beantwoordt vragen erover. Bespreek de antwoorden met een klasgenoot.
Stap 4 en Bekijk een paar video's en geef aan of het gaat om fictie of non-fictie. Geef ook an waarom je dat denkt. Vergelijk je antwoorden met die van een klasgenoot.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind je de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.
Eindopdracht en Schrijf een kort verhaaltje over jezelf. Schrijf nu hetzelfde verhaaltje in fictie-vorm. Vergelijk je verhalen met die van een klasgenoot. Laat de docent je verhalen beoordelen.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer drie lesuren nodig.