In deze eindopdracht interview je twee mensen over hun leven.
Dat kunnen twee klasgenoten zijn, maar dat hoeft niet.
Met de interviews ga je de verschillen en gelijkenissen tussen de mensen die je interviewt, ontdekken.
Je kunt deze opdracht samen doen met een klasgenoot.
Kijk in de gereedschapskist hieronder hoe je een interview kunt voorbereiden en houden.
Jullie hebben ongeveer twee uur de tijd voor het interview en de uitwerking ervan.
Hoe ga je te werk?
Maak een lijstje met vragen die je wilt stellen. Jullie kunnen zelf vragen bedenken, maar je kunt ook van deze site vragen halen. Het is de bedoeling dat door vragen te stellen, jullie meer te weten komen over de persoon.
Bedenk samen hoeveel vragen jullie gaan stellen.
Zoek geschikte kandidaten voor het interview.
Houd het interview. Zorg dat je de taken verdeeld hebt: de een stelt de vragen, de ander maakt aantekeningen.
Je kunt het interview ook opnemen met je mobiele telefoon.
Na het interview gaan jullie de vragen uitwerken. In de uitwerking (maximaal een A4’tje) beschrijf je de verschillen en gelijkenissen tussen de twee interviews. Je mag de uitwerking ook in een Google-document doen, dat je opslaat in je eigen omgeving.
Klaar?
Bekijk samen of jullie vragen en antwoorden van het interview goed hebben uitgewerkt.
Lever jullie uitgewerkte interview in bij de docent.
Beoordeling
Bij de beoordeling zal worden gelet op de criteria in de gereedschapskist. Verder let de docent op:
inhoud:
waren de vragen goed geformuleerd?
hadden de vragen tot doel meer over iemands leven te weten te komen?
zijn de verschillen en gelijkenissen tussen de twee personen duidelijk verwerkt?
vormgeving: zijn de vragen origineel en netjes verwoord?
taalfouten: zaten er geen taalfouten in de uitwerking van het interview?