Wat ga ik leren?

Aan het eind van dit thema:
- beschrijf je wat een populatie is en welke emergente eigenschappen een populatie kan hebben.
- leg je uit waardoor genfrequenties in een populatie kunnen veranderen.
- leg je uit hoe door natuurlijke selectie en genetic drift populaties van elkaar gaan verschillen en nieuwe soorten kunnen ontstaan.
- beschrijf je de overeenkomsten en verschillen tussen natuurlijke en kunstmatige selectie.
- leg je uit hoe de genetische variatie (zowel in fenotype als genotype) in populaties in tijd en ruimte kan veranderen.
- geef je verwantschap en afstamming van soorten weer in de vorm van een cladogram.
Deelconcepten
Populatie, genotype, fenotype, emergente eigenschap, fitness, selectiedruk, soort, natuurlijke selectie, seksuele selectie, eilandtheorie, founder effect, flessenhalseffect, geslacht, cladogram, clade, taxon, homologie, analogie, genetic drift, co-evolutie, sympatrische en allopatrische soortvorming, mutatie, recombinatie, adaptatie.